Al lang wordt er argwanend gekeken naar het veelvuldig gebruik van externe adviseurs door de overheid. Maar hoeveel advies de Nederlandse overheid gebruikt, was nooit duidelijk. Onlangs publiceerde het Regiebureau Inkoop Rijksoverheid voor het eerst een duidelijk overzicht van deze kosten, die het lieve bedrag van 2,4 miljard euro bleken te bedragen over 2006. Politiek Den Haag was in rep en roer en partijwoordvoerders spraken er schande van.
De Groningse hoogleraar geschiedfilosofie Frank Ankersmit, die onlangs samen met consultant Leo Klinkers een bundel publiceerde over het bedrijfsmatig functioneren van de overheid (De 10 plagen van de staat), is niet zo onder de indruk van de verontwaardiging. Volgens hem zitten dergelijke onvervulde bezuinigingsbeloftes in de aard van het beestje. "Anders dan een bedrijf, kan de overheid het zich permitteren. Er is geen direct afrekeningsmechanisme voor dergelijke overschrijdingen en de druk om beleid te maken en door te voeren (waar kennis en kunde in het veld voor nodig is) is altijd weer groot.
In wat voor bizarre taferelen dat kan uitmonden, illustreert hij met een anekdote: "Het vorige kabinet had de belofte gedaan dat de hoeveelheid nieuwe wetgeving tot minimaal driekwart verminderd moest worden. Vervolgens huurde de Academie voor Wetgeving een leger juristen in die niets anders deden dan wetteksten zodanig bewerken dat de inhoud van drie nieuwe wetten in twee paste. Het resultaat: een flinke kostenpost en wetgeving die aan helderheid had ingeboet."
In de verontwaardiging achteraf over dit soort zaken ontbreekt het volgens Ankersmit altijd weer aan de vraag waaróm de beloftes niet worden waargemaakt. Cui bono, die vraag zou wat vaker gesteld moeten worden. "Wie is er eigenlijk gebaat bij die overschrijdingen?"
"Ooit hebben we gezegd dat de overheid extern advies moet kunnen inwinnen. En sindsdien is er een situatie ontstaan waarbij een aantal partijen garen spinnen." In eerste instantie bedoelt hij de bewindslieden zelf, die in de druk om bestuurlijke daadkracht te tonen niet op een cent kijken en alle hulptroepen inschakelen die ze nodig denken te hebben. Daarnaast kunnen ze externen gebruiken om hun verantwoordelijkheid te ontvluchten. "Het is voor bewindslieden heerlijk om extern een rapport te laten schrijven waaruit blijkt dat die en die maatregel genomen dient te worden. Ik heb wel gehoord van gevallen waarin een ministerie tegen de consultant zei: ‘Daar en daar willen we uitkomen, dan kunnen we het aan de achterban verkopen.’"
Vervolgens doelt hij op de consultancyfirma’s, die – mits goed betaald – wel elke lastige klus voor de overheid op willen knappen. Ankersmit: "Er is een sitiuatie ontstaan van de kat op het spek binden. Beide partijen zouden wel heiligen moeten zijn, willen ze geen dankbaar gebruik van de situatie maken."
Een fundamenteel punt waarop het volgens Ankersmit steeds weer misgaat, is dat men het onderscheid tussen overheid en markt laat vervagen. "Zo hebben we de laatste jaren heel wat verzelfstandigingen van overheidorganisaties gezien die geen privatiseringen waren. "Veel overheidstaken laten zich niet privatiseren, zoals de gezondheidszorg of het onderwijs, of defensie. Maar op steeds meer van die taken – zie de nieuwe Zorgwet van 2006 – worden marktregels losgelaten terwijl de betreffende organisaties voor hun beleid nog altijd verantwoording schuldig zijn aan hun departement. Wat je dan krijgt, is het slechtste van twee werelden: een centrale sturing door de overheid die mank gaat, en een organisatie die aan een marktdynamiek wordt blootgesteld waarmee ze niet overweg kan."
Sowieso is Ankersmit een verklaard tegenstander van de verzelfstandigingsbewegingen in gezondheidszorg en onderwijs. "Hoewel sommige privatiseringen heus succesvol zijn geweest, denk ik dat je bepaalde zaken echt door de overheid moet laten doen. In de Verenigde Staten begint men nu zelfs het geweldsmonopolie met de markt te delen – zie de activiteiten van zogenaamde beveiligingsfirma’s in Irak. Dat gaat echt veel te ver. Dat is een terugkeer naar de Middeleeuwen en daar zitten we niet op te wachten."
Over Pierre de Winter
Pierre de Winter is freelance journalist.