Economen kijken op een bepaalde manier naar de wereld. En als econoom kun je het niet altijd uitzetten, het wordt bijna 'a way of living'. Maar wat is dat dan voor manier van kijken en van denken? De meeste hebben er wel een beeld bij, economen kijken naar de cijfertjes, ze zijn koel en rationeel. Ze kijken natuurlijk wel naar gedrag van mensen, maar niet naar de intentie of de moraal, het gaat ze om de output, om de uitkomst. Economen redeneren vanuit een model waarin rationale 'agenten' reageren op prikkels zoals prijzen. In de economie draait het om schaarste en dus om de verhouding tussen vraag en aanbod.
Levitt is een 'echte' econoom die veel publiceert in wetenschappelijk tijdschriften. Dubner is een econoom-journalist en zal de sparring-partner voor Levitt zijn met de oren en ogen van het gewone volk. De auteurs zijn boeiend omdat ze enerzijds helemaal in het keurslijf van de economische wetenschap blijven (het zijn economen volgens het boekje zogezegd) maar anderzijds hele originele onderwerpen en invalshoeken hebben die bij mij vaak het effect hebben dat ik het boek wegleg om even na te denken (klopt dit nu wel? word ik hier in het ootje genomen?). Dus is het automatisch zo dat ze zeggen geen waardeoordelen te hebben ('we kiezen geen partij'), iets is niet goed of slecht maar gewoon een uitkomst van een model.
Mensen zijn inderdaad calculerend of rationeel, in die zin dat ze reageren op prikkels en dat ze streven naar de meest efficiënte inzet van schaarse hulpbronnen om hun doelen te bereiken. Maar typerend voor dit boek: 'mensen reageren niet noodzakelijk op een manier die voorspelbaar of zichtbaar is. Daarom is 'de wet van de onbedoelde gevolgen' een van de machtigste wetten van het universum. Dit geldt voor onderwijzers en makelaars en drugsdealers, maar ook voor zwangere vrouwen, sumoworstelaars, bagelverkopers en de Ku-Klux-Klan'.
Aardig van Levitt en Dubner (en van economen in het algemeen) is dat ze niet alleen redeneren vanuit een verzonnen model maar vooral ook naar de data kijken. Juist Levitt onderscheidt zich in zijn artikelen door het gebruik van unieke data over de meest vreemde onderwerpen waar hij dan weer de meest onverwachte conclusies uit haalt. In hun eigen woorden: 'dit boek gaat over dingen die u dacht te weten, terwijl dat niet zo was, en dingen die u nooit hebt willen weten, maar wel weet.' Een prachtig boek, vlot geschreven, overtuigende voorbeelden, echte eye-openers, leuke puzzeltjes voor op de camping op een stoeltje voor de tent. Een prima kijk op het economendenken, met zijn positieve maar ook met zijn mindere punten.
Het boek is daarmee zeker geen kritiekloze oefening in marktdenken, maar laat ook zien hoe het fout of raar kan lopen. En de oplossing van dat soort gevallen wordt er ook niet altijd bij gegeven. Economen hebben een heilig geloof in technologische vooruitgang. En het irritante is dat de geschiedenis ze daarin gelijk geeft.
Persoonlijk vind ik de behandeling van de klimaatcrisis (maar in het kielzog daarvan: energiecrisis, voedselcrisis, financiële crisis) te makkelijk en zelfs gevaarlijk. Door dat eeuwige geloof in vooruitgang lijkt het allemaal mee te vallen, hoef ik mijn gedrag niet te veranderen. Economen (mijzelf incluis) geloven bovendien niet in spontane gedragsverandering, een beroep op de moraal doen gaat niet werken. Het gaat om het vinden van de palletjes in het complexe systeem van prikkels zodanig dat ongewenste externaliteiten en irrationaliteiten zoveel mogelijk worden voorkomen. Ook dat is economie. En bij het vinden van die palletjes laten Levitt en Dubner het helaas afweten.
Over Rudy van Stratum
Dr. Rudy van Stratum is directeur van Stratum Strategie, www.stratumstrategie.nl. Hij is auteur van 'Nix is wat het lijkt' (Eburon 2001) en 'Alles mag als het maar kwaliteit heeft' (Etin Adviseurs 2000).