Wat is er mis met de manier waarop we denken?
Het eerste probleem is hoe weinig het gebeurt. Wat we me de laatste jaren is opgevallen is hoe makkelijk het is voor de doorsnee mens om gedachteloos door het leven te gaan. Ergens is dat natuurlijk prachtig. Onze wereld is zo robuust en zo goed geconstrueerd dat we voor de meeste dingen ook niet hóeven na te denken. Vaak volstaat het om een draaiboek te volgen dat door onze voorgangers in elkaar is gezet. Ik heb daar geen enkel probleem mee, zolang mensen gelukkig zijn en problemen worden opgelost. Maar dat is lang niet altijd het geval. Vandaar dat we een stapje terug moeten doen om na te denken over de manier waarop we denken.
Denken is dus gewoon een kwestie van doen?
Dat is de eerste stap. Laat ik het zo stellen: we weten allemaal dat het allerlei voordelen heeft als we een kwartiertje per dag onze lichaamsoefeningen doen, en we accepteren dat we dit moeten aanmoedigen. In dat opzicht is het vreemd dat we als samenleving geen aandacht schenken aan het stimuleren van mentale oefeningen. Waar zijn de overheidsprogramma's die ons aansporen om elke dag een kwartier uit te trekken om oplossingen te zoeken voor onze problemen? Als iedereen ook maar een beetje meer zou nadenken, zou er een enorme vooruitgang kunnen worden geboekt.
Dat geldt misschien voor de doorsnee persoon. Maar in ondernemingen wordt toch volop nagedacht?
Dat dacht ik in eerste instantie ook, maar het blijkt dat de kwaliteit van het denken in het bedrijfsleven niet erg hoog is. Kijk naar de bedrijven die vijftig of honderd jaar geleden de markt domineerden. Daar zijn er vandaag de dag nog maar heel weinig van over. Tegelijkertijd zitten bijna alle universiteiten die destijds groot waren nog steeds stevig in het zadel. Waarom? Omdat de academische wereld het zich kan veroorloven om niet of nauwelijks te veranderen. Universiteiten dienen keer op keer dezelfde soort klanten, en die relaties worden via de ouders doorgegeven op de kinderen en kleinkinderen. In het bedrijfsleven is er daarentegen een constante noodzaak om met de tijd mee te gaan. Consumentenvoorkeuren wisselen vaak per seizoen, en de ondernemingen die zich niet onmiddellijk kunnen aanpassen gaan onherroepelijk failliet. Vandaar ook dat de behoefte aan beter denkwerk juist in het bedrijfsleven zo groot is.
Wat zijn de grootste denkfouten die managers maken?
Het grootste gebrek van veel managers is dat ze denken te weten hoe ze een probleem moeten oplossen, terwijl ze geen idee hebben dat ze op het verkeerde spoor zitten. Ik heb in de loop der jaren met veel ondernemingen gewerkt, en ik was keer op keer verbijsterd hoe weinig interesse er is voor empirisch onderzoek om bepaalde beslissingen te rechtvaardigen. Leiders houden doorgaans niet van experimenteren, vaak omdat ze daarmee impliciet zouden moeten toegeven dat ze de wijsheid niet in pacht hebben. Massa's ondernemingen gedragen zich als een grotere versie van een gezin, waarin vader of moeder de dienst uitmaakt en dingen simpelweg gebeuren omdat het nu eenmaal de gewoonte is. Dat komt voor een deel omdat het bedrijfsleven weinig overlap heeft met de mensen die data verzamelen en interpreteren, zoals academici en statistici. Ik zeg niet dat je enorme onderzoeken nodig hebt, maar het minste dat een bedrijf kan doen is te proberen om een causaal verband te vinden of een besluit de gewenste uitwerking heeft. Zelfs leidende internetbedrijven schieten hierin tekort. Een onderneming als Google doet weliswaar veel analyse, maar beperkt zich uiteindelijk ook maar tot één kunstje: geld verdienen met zoekresultaten. Daarin zijn ze zo succesvol dat ze zich kunnen veroorloven om een miljoen andere dingen te proberen, ook al hebben ze geen idee wat werkt, en waarom.
Hoe is dat te veranderen?
De eerste stap is dat managers ermee op te houden om zichzelf te omringen met mensen die op dezelfde manier naar de wereld kijken als zij. Managers doen dat continu, en het leidt vaak tot een persoonlijkheidscultus rondom een CEO die niet gebaseerd is op ratio en feiten. Daarnaast is het soms van belang om toe te geven dat je het antwoord niet weet voordat je je ergens in stort. We willen allemaal overkomen als experts, en dat leidt vaak tot een vicieuze cirkel van slechte besluiten. Vanuit een meer praktisch oogpunt zou ik aanraden om een cultuur te ontwikkelen die een beetje meer academisch georienteerd is. Wéés de persoon die zich laat voortdrijven door nieuwsgierigheid en de rest van de organisatie in zijn kielzog meesleept. Ik geef toe dat dat niet makkelijk is. Veel zakenlieden hebben een Viking-mentaliteit: ze gaan voor het succes en zijn doeners, en dat is vaak moeilijk te combineren met intellectuele afstandelijkheid. Toch zijn het de boekenwurmen die de Vikingen uiteindelijk hebben overleefd. Fysieke overmacht legt het altijd af tegen ideeën.
In hoeverre is dit denken als een freak? Het klinkt meer als zakendoen met gezond verstand.
De titel is een verwijzing naar de Freakonomics-serie waarin we lezers wijzen op verbanden tussen gebeurtenissen die je op eerste gezicht niet zou leggen. Je moet dit boek eigenlijk zien als een blauwdruk van dingen die mensen kunnen doen om problemen productiever te lijf te gaan. Denk bijvoorbeeld kleinschalig. Veel mensen hebben de neiging om op grootse wijze de wereldproblematiek aan te pakken, maar dat is vaak een verspilling van middelen. En wees niet bang om de stekker uit een bepaald project te trekken. Managers laten zich meeslepen door het momentum van een bepaald initiatief, zonder te beseffen wat ze anders ook met dat geld hadden kunnen doen. Ik zeg niet dat intuïtie geen goede raadgever is, maar een beetje research kan nooit kwaad.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.