Ik herinner me dat iemand toen beweerde dat onze hersenen vooral chemische reacties waren en onze gedachten dus niets anders dan afgeleiden van toevallige reacties van toevallig voorkomende stofjes. Ik weet de lijn van zijn betoog niet meer, wel dat het indrukwekkend was en ook wel een beetje ingewikkeld en lastig om mee om te gaan. Dat heb ik ook met dit boek. Het is indrukwekkend; 480 pagina’s, heel veel stof, heel veel leeswerk en heel veel denkwerk. Alles over het brein. Nou ja, alles? Dat weet ik niet want ik heb er geen verstand van. Ik weet eigenlijk niks van mijn brein. En na dit boek gelezen te hebben weet ik iets meer. Maar of het volledig is? En dat is precies de belangrijkste kritiek op dit boek. Het boek is een enorme stapeling van kennis. Swaab lijkt wel een beetje op die verre neef op een verjaardagsfeestje of die onbekende consultant op een zakelijke netwerkborrel die in eerste instantie een heel erg interessant verhaal vertelt en je helemaal geboeid laat luisteren naar zijn theorieën, uitvindingen en gedachten. Je kunt er letterlijk geen speld tussen krijgen. Maar na een tijdje begin je toch wel erg te verlangen naar het einde (we hebben inmiddels geboorte, tienerleeftijd en jonge volwassenheid gehad en je weet dat je nog een half leven door moet). Kan iemand a.j.b. een drankje brengen?
Dus leg je het boek even weg. Om het toch maar weer op te pakken. En alsof je niet bent weggeweest gaat de neef verder met zijn eindeloze verhaal.
Natuurlijk is het een goed geschreven boek. Natuurlijk is het intrigerend. Soms geniaal. Het lijkt alsof het is opgebouwd uit losse onderdelen. En sommige hoofdstukken zijn wel heel erg vergelijkbaar met vorige. Overigens, dat moet gezegd, er wordt wel doorgegaan. Maar door de herhaling lijkt Swaab dan veel op een oude professor die zijn punt wil maken. En dat nogmaals wil beklemtonen dat hij echt wel gelijk heeft.
Swaab laat zien dat veel, zo niet alles, van ons handelen voortkomt uit het brein. Vaak onbewust, soms bewust. Dat hij daarbij Darwins ideeën dat alles een evolutionair voordeel moet hebben, aanhangt is een standpunt waar hij steeds meer bewijs voor aandraagt en waarin hij op den duur mij kwijtraakt. Het wordt dan wat teveel ‘beating on the same drum.’
Het is populair wetenschappelijk geschreven met gebruikmaking van alle latijnse namen voor de diverse delen van de hersenen. Omdat die namen mij niet veel zeggen, raak ik de draad dan nog wel eens kwijt. Ik vraag mij dan wel eens af of de materie zo moeilijk is dat er geen ‘gewone-mensen-taal woorden’ voor zijn bedacht. Toch blijft het een goed leesbaar boek met lekker veel voorbeelden.
Al met al een boek van een geniale prater. Maar soms moet ook die even zijn mond houden. En dan is het tijd voor eigen denkwerk en eigen creativiteit.