mr. P.R.W. Schaink is zowel geverseerd in het arbeidsrecht als veelvuldig benoemd bewindvoerder/curator.
Meer over P.R.W. SchainkArbeidsovereenkomst en Insolventierecht
Gebonden Nederlands 2024 3e druk 9789013175264Samenvatting
Het raakvlak van het Nederlandse insolventierecht en het arbeidsrecht wordt steeds groter - en er is bovendien een constante stroom jurisprudentie. Dit is de enige publicatie die een volledig en up-to-date overzicht van het gehele werkterrein biedt. Een ideaal naslagwerk voor curatoren, advocaten, rechters en rechters-commissarissen.
Er is veel nieuws te melden over het raakvlak tussen insolventierecht en arbeidsrecht. Reden genoeg om een tweede editie uit te brengen van Arbeidsovereenkomst en Insolventierecht, het enige handboek en naslagwerk dat een volledig overzicht biedt van dit grensgebied.
Arbeidsovereenkomst en insolventierecht
De impact van boedelschulden, faillissementsschulden en niet-verifieerbare vorderingen bij werknemersclaims is door een baanbrekend arrest uit 2013 aanzienlijk veranderd. Medezeggenschap tijdens een faillissement is in de schijnwerpers komen te staan. Voor doorstarters zijn de verscherpte condities van de WWZ voelbaar in de vorm van ‘vaste’ arbeidscontracten of doordat zij bij afscheid van overgenomen werknemers relatief hoge transitievergoedingen moeten betalen. En bij het Europese Hof ligt de vraag of de pre-pack leidt tot ‘overgang van onderneming’ met alle arbeidsrechtelijke gevolgen van dien. Al deze onderwerpen komen aan bod met verwerking van de nieuwste ontwikkelingen en rechtspraak.
Uiteraard is daarnaast de omvangrijke omnummering van wetsartikelen verwerkt en leest u alles over onderwerpen als:
- de loongarantieregeling
- de situatie van het tijdelijk blijven doorwerken voor de curator
- de gevolgen van de Wet werk en zekerheid (WWZ) uit 2015
- het ontslagrecht bij faillissement of surseance van de werkgever
- de verschillende soorten werknemersclaims en hun rang
- het concurrentiebeding
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Ten geleide / VII
Lijst van afkortingen / XVII
Verkort aangehaalde literatuur / XIX
HOOFDSTUK 1
De arbeidsovereenkomst als bijzondere overeenkomst in het faillissementsrecht / 1
1.1 Art. 40 en 239 Fw, korte wetsgeschiedenis / 1
1.2 Art. 37 versus art. 40 Fw: lex generalis versus lex specialis / 3
1.2.1 Combinatie van art. 37 en 40 Fw; de gemengde overeenkomst / 4
1.3 Arbeidsovereenkomst gaat in haar geheel ‘over op de curator’ / 6
1.4 Collectieve arbeidsovereenkomst (cao) / 7
1.5 De agentuurovereenkomst / 8
1.5.1 De handelsagent, provisie en klantenvergoeding / 8
1.5.2 Niet van toepassing op de gevolmachtigd agent ex art. 2:92 Wft / 9
1.6 De arbeidsovereenkomst van de statutair directeur; positie van de commissaris / 10
1.6.1 Inleiding, de ‘15 april-arresten’, en uitzonderingen daarop / 10
1.6.2 Ontslagverlening en ontslagneming tijdens faillissement / 11
1.6.3 De situatie in surseance / 13
1.6.4 De positie van commissarissen / 14
1.7 Werkgeverschap in geval van vennootschap onder firma (vof) / 15
HOOFDSTUK 2
Flexibilisering arbeidsovereenkomstenrecht in titel 10 Boek 7 BW, gevolgen bij faillissement en surseance / 17
2.1 Inleiding: Flexwet, Wwz en WAB / 17
2.2 Overzicht van wijzigingen / 18
HOOFDSTUK 3
Opzegging van de arbeidsovereenkomst in faillissement en surseance / 25
3.1 Inleidende opmerkingen, wijzen van beëindiging / 25
3.2 Opzegvereisten in faillissement: machtiging rechter-commissaris / 27
3.2.1 Art. 68 lid 2 Fw versus UWV-route, wijze van opzegging, afvloeiingsvolgorde / 27
3.2.2 Uitbreiding rechtsbescherming in 2002 / 28
3.2.3 Toetsingsmaatstaf / 29
3.2.4 Procedurele perikelen / 31
3.3 Opzegvereisten in faillissement: de Wet melding collectief ontslag / 32
3.3.1 Algemeen / 32
3.3.2 Gedeeltelijke werking tijdens faillissement / 33
3.3.3 Sanctiemechanisme vanaf 2012, aangepast met komst Wwz / 34
3.4 Opzegverboden in faillissement / 35
3.4.1 Rechtsontwikkeling, uiteenlopende opvattingen / 35
3.4.2 Luttmer-Kat en het onderscheid tussen ‘tijdens’- en ‘wegens’-verboden / 36
3.4.3 Nadere beschouwingen, impact Wwz / 37
3.4.4 Eigen standpunt: geen ontslagverboden / 39
3.5 Opzegtermijnen in faillissement / 41
3.5.1 Algemeen / 41
3.6 Opzegging in surseance / 42
3.6.1 Overeenkomsten en afwijkingen ten opzichte van faillissement / 42
3.6.2 Opzegtermijn voor de werknemer: kennelijke wetsfout / 44
3.7 Opzegging, praktijkcasus / 45
HOOFDSTUK 4
Status van werknemersclaims in faillissement, algemeen deel / 47
4.1 Boedelschulden/vorderingen / 47
4.1.1 Algemeen / 47
4.1.2 Ontstaanscriteria, boedelschulden krachtens de wet / 48
4.1.3 Arrest Koot/Tideman, van ‘toedoen’ naar redelijke toerekening aan de curator / 49
4.2 Faillissementsschulden/vorderingen / 51
4.2.1 Algemeen, opeisbaarheid, verificatie, verjaring, informatieplicht / 51
4.2.1.1 Arrest Credit Suisse/Jongepier q.q., inperking op begrip ‘faillissementsvordering’ in Koot/Tideman / 52
4.2.2 Preferente, concurrente en achtergestelde vorderingen / 53
4.3 De niet-verifieerbare vordering, het arrest Van Gelder Papier / 54
4.3.1 De situatie in 1990 / 54
4.3.2 De situatie na Koot/Tideman: niet gewijzigd vanwege redenen in het huurrecht / 56
4.3.3 Een andere niet-verifieerbare, ‘toekomstige’ vordering, X versus curator RIAGG / 59
HOOFDSTUK 5
Status van werknemersclaims in faillissement: bijzonder deel / 61
5.1 Loon- en nevenvorderingen, preferentie en duur daarvan / 61
5.2 Vorderingen met betrekking tot pensioenpremies en pensioen / 63
5.2.1 Inleidende opmerkingen / 63
5.2.2 Pensioenpremies in art. 40 lid 2 Fw en in jurisprudentie / 64
5.2.3 Affinanciering van backservice en vergelijkbare verplichtingen / 65
5.2.4 Terugvordering afgedragen pensioenpremies / 68
5.2.5 Vordering tot uitkering van pensioen / 68
5.3 Vorderingen wegens vergoedingen bij einde dienstverband / 69
5.3.1 Inleiding en afbakening / 69
5.3.2 De status van de transitievergoeding in faillissement: non-existent / 70
5.3.2.1 Art. 7:673 BW: aanspraak op de transitievergoeding, buiten insolventie / 70
5.3.2.2 Art. 7:673c: het ‘niet langer verschuldigd’ zijn bij insolventie van de werkgever / 71
5.3.2.3 Afwijking van art. 7:673 bij cao; doorwerking in faillissement / 72
5.3.2.4 Insolventie en ‘golden parachute clause’, versus transitievergoeding / 73
5.3.2.5 Commentaar op het ‘niet langer verschuldigd’ zijn van transitievergoeding / 74
5.3.3 Status van de ‘billijke vergoeding’ onder de Wwz / 74
5.4 ‘403-vorderingen’ / 77
5.4.1 Inleiding / 77
5.4.2 Temporele reikwijdte van de 403-verklaring / 78
5.4.3 Materiële reikwijdte van arbeidsrechtelijke 403-vorderingen / 79
5.4.4 ‘Overblijvende’ aansprakelijkheid na intrekking van 403-verklaring / 80
5.4.5 Arbeidsrechtelijke 403-vorderingen: preferent of concurrent, dan wel: boedelschuld of niet verifieerbaar? De Econcern-arresten / 81
5.5 Verrekening van werknemersclaims / 82
HOOFDSTUK 6
Vergoeding bij ontslag of ontbinding tijdens faillissement? / 85
6.1 Een ‘billijke vergoeding’ onder de Wwz / 85
6.1.1 Pre-Wwz-rechtspraak / 86
6.2 Nogmaals: de Van Gelder Papier-problematiek / 89
6.2.1 Een variant ter omzeiling / 89
6.2.2 De echte oplossing: terugkomen door de HR op Van Gelder Papier / 90
HOOFDSTUK 7
Faillissementsprocesrecht inzake realisering van werknemersclaims / 93
7.1 Schorsing procedure en aanmelding ter verificatie, of voortprocederen / 93
7.2 Reconventie / 97
7.3 Nadere procesrechtelijke opmerkingen over de ontbindingsprocedure, drie scenario’s, proceskosten / 97
HOOFDSTUK 8
De loongarantieregeling: art. 61-68 WW / 101
8.1 Inleiding, toepassingsbereik / 101
8.1.1 Bijzonderheden bij surseance van betaling / 102
8.1.2 Toepassing bij betalingsonmacht buiten formele insolventie / 103
8.2 Sanctie op ‘benadelingshandeling’. Van ‘laatste redmiddel’ naar misbruiktoets / 104
8.3 Voorschot / 105
8.4 Toepassing bij overgang van onderneming / 106
8.5 Werknemerschap, terugvorderen premies bij ontbreken daarvan / 107
8.5.1 De illegale werknemer / 109
8.5.2 De directeur-grootaandeelhouder in historisch perspectief / 111
8.5.3 De Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016 / 113
8.6 Art. 61 WW: inleidende bepaling / 115
8.7 Art. 61a WW: overlijdensuitkering / 115
8.8 Art. 62 WW: diverse onderwerpen / 116
8.8.1 De dienstbetrekking is bij faillietverklaring al geëindigd / 116
8.8.2 Vervaltermijn aanvrage, grensoverschrijdend faillissement / 118
8.8.3 Doorwerken voor curator, c.q. ziekte tijdens faillissement / 118
8.9 Art. 63 WW: verplichtingen, sanctie, antimisbruikclausule / 119
8.10 Art. 64 WW: kern van de loongarantieregeling / 120
8.10.1 Loon, vakantierechten en pensioenpremies, maximering / 120
8.10.2 Toerekening aan ‘referteperioden’: toepassing van civielrechtelijke regels / 122
8.10.3 Fictieve datum van opzegging: voorkoming van oneigenlijk gebruik / 123
8.10.4 Lacunebepaling, relevantie bij surseance / 125
8.10.5 Diverse elementen onder de werking van de loongarantie, begrenzing / 125
8.10.6 Niet-uniforme behandeling van vrije dagen / 127
8.10.7 Pensioenpremies en andere aan derden verschuldigde bedragen / 127
8.10.8 Billijke vergoedingen uit hoofde van de Wwz, beëindigingsvergoedingen daterend van vóór de Wwz / 129
8.10.9 Werkgever is ‘eigen risico drager’, overgang risico bij doorstart / 131
8.11 Art. 65 WW: korting op de uitkering wegens inkomsten / 132
8.12 Art. 66 WW: subrogatievordering UWV op de boedel / 132
8.13 Art. 67 WW: uitbreiding loonbegrip, en werknemersbegrip tot 65+ / 135
8.14 Art. 68 WW: analoge toepassing ‘gewone’ WW / 135
8.15 Praktijkgevallen / 136
HOOFDSTUK 9
Rechten en verplichtingen uit de aflopende relatie tussen curator en werknemer / 139
9.1 De curator als werkgever tijdens faillissement / 139
9.2 Doorwerken voor de curator na afloop van de opzegtermijn / 140
9.2.1 Inschakeling van een uitzendbureau / 142
9.2.2 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met de curator / 143
9.2.3 Verlenging van de opzegtermijn / 144
9.2.4 Uitgestelde einddatum middels wijzigings- c.q. beëindigingsovereenkomst / 144
9.3 Surseance: samenspel werkgever en bewindvoerder / 146
9.3.1 Loondoorbetalingsverplichting van de sursiet / 146
9.4 Inzage in personeelsdossier / 147
9.5 Retentierecht / 148
HOOFDSTUK 10
Concurrentiebeding en onrechtmatige concurrentie / 149
10.1 Inleiding, horizonverkenning buiten faillissement / 149
10.1.1 Overgang van onderneming, tijdens en na afloop van het dienstverband / 150
10.1.2 Het concurrentiebeding in faillissement, pleidooien voor afschaffing / 151
10.2 (Vermeende) aanspraken van de doorstarter uit een concurrentiebeding / 152
10.3 De curator als handhaver van het concurrentiebeding / 154
10.3.1 Uitgangspunt: concurrentiebeding blijft van kracht / 154
10.3.2 De curator heeft de onderneming verkocht: richtingenstrijd / 155
10.3.3 Belangenafweging in de lagere jurisprudentie, casuïstiek / 155
10.3.4 Slotbeschouwing over het concurrentiebeding in faillissement / 161
10.4 Onrechtmatige concurrentie, jurisprudentie / 162
HOOFDSTUK 11
Overgang van onderneming in faillissement / 165
11.1 Art. 7:662-7:666 BW, Richtlijn 2001/23/EG, inleiding / 165
11.2 De zaak Abels, begin van het spoor naar Smallsteps en Heiploeg. / 167
11.2.1 Invulling van de keuze in Abels, door de Hoge Raad / 168
11.3 Voortgang rechtspraak HvJ EU na Abels, vóór Smallsteps / 168
11.4 De pre-packprocedure en het Wetsvoorstel Continuïteit Ondernemingen I (WCO I) / 171
11.5 Het arrest HvJ EU inzake Smallsteps / 175
11.5.1 De casus en de prejudiciële vragen / 175
11.5.2 Conclusie Advocaat-Generaal en oordeel HvJ EU / 175
11.5.3 Commentaar op en naar aanleiding van Smallsteps / 177
11.5.3.1 Algemeen, vrees voor olievlekwerking, verder plan van bespreking / 177
11.5.3.2 Vervolg-jurisprudentie in het licht van de Smallsteps-toets / 179
11.5.3.3 Richtlijnconforme uitleg contra legem? / 184
11.5.3.4 Beknelde werknemersrechten / 185
11.5.3.5 Het Voorontwerp van Wet inzake Overgang van Onderneming in Faillissement (WOvOf) / 186
11.6 Het arrest HvJ EU inzake Heiploeg / 190
11.6.1 Casus, oordeel rechtbank en gerechtshof / 190
11.6.2 Conclusie advocaat-generaal, prejudiciële vragen van de Hoge Raad / 192
11.6.3 Standpunt A-G bij het Hof van Justitie EU, arrest van het Hof / 193
11.6.4 Heiploeg terug naar de Hoge Raad, huidige stand van zaken, commentaar / 196
11.6.5 Voorbereiding van een doorstart buiten pre-packverband, surseance / 198
11.7 Overgang van onderneming: behoud van identiteit, problematiek van de ‘twee fasen’ / 199
11.8 ‘Contractuele’ overgang van onderneming volgens cao en faillissement / 201
11.9 Het tijdstip van de overgang en de ‘zwaartepunt’-maatstaf / 202
11.9.1 Het arrest Happé/Scheepstra en de uitspraken inzake Alphacare / 202
11.9.2 ‘Technische’ faillissementen, de zaken Adept en Jan de Roos / 204
11.10 Overgang van onderneming door splitsing, tijdens faillissement / 205
11.11 Overgang van onderneming en ingeleend personeel / 205
11.11.1 Inleiding: verschil tussen begrip ‘werkgever’ in BW en Richtlijnen EG / 205
11.11.2 Het Albron-arrest van het Hof van Justitie EU en het vervolg / 207
11.11.3 Mogelijke faillissementsrechtelijke implicaties van Albron / 208
11.11.4 Slotopmerkingen inzake Albron: exit ‘Heidemij-constructie’ / 209
HOOFDSTUK 12
Misbruik van faillissementsrecht/omzeiling ontslagbescherming / 211
12.1 Inleiding / 211
12.2 Vernietiging van faillietverklaring: verzetprocedure ex art. 10 Fw / 212
12.3 Art. 13a Fw: antimisbruikbepaling, herkomst en strekking / 214
12.3.1 Kanttekeningen bij de bruikbaarheid van art. 13a Fw / 215
12.4 Rechtspraak inzake antimisbruikmiddel (1): verzetprocedures en/of actie uit onrechtmatige daad / 216
12.4.1 Uitspraken met commentaar 1996 tot 2012 / 216
12.4.2 Signalering uitspraken vanaf 2013 / 238
12.5 Rechtspraak antimisbruikmiddel (2): vordering in faillissement / 242
12.6 Slotbeschouwingen inzake misbruik van faillissementsrecht / 246
HOOFDSTUK 13
Aspecten van ‘doorstart’ / 249
13.1 Reorganisatie in surseance of doorstart in faillissement? Wezenlijke verschillen / 249
13.2 Verkoop boedel en behoud van werkgelegenheid, vrijheid tot personeelskeuze van de doorstarter, proeftijd, zieke werknemers / 251
13.3 Problematiek van doorstart en ‘redelijkerwijs opvolgend’ werkgeverschap / 253
13.3.1 De ketenregeling van art. 7:668a BW, algemeen / 253
13.3.2 Retrospectief: verscherping ketenregeling in 2015, enige versoepeling in 2020 / 253
13.3.3 Ketenregeling en faillissement: het arrest Isik/Boekenvoordeel / 254
13.3.4 Het arrest European Sport Services: ketenregeling en lengte van de opzegtermijn / 255
13.3.5 Ketenregeling: hoogte transitievergoeding / 256
13.3.6 Ketenregeling: anciënniteitsvaststelling bij reorganisatie van de doorstarter / 257
13.3.7 Ketenregeling: samenloop met de ‘Ragetlieregel’ / 258
13.3.8 Ketenregeling en overgangsrecht / 260
13.4 Beperking doorstarter door derdenbeding in overnameovereenkomst / 260
HOOFDSTUK 14
Medezeggenschapsaspecten / 263
14.1 Inleiding, Wet op de ondernemingsraden en SER-besluit Fusiegedragsregels 2000 / 263
14.2 Surseanceverzoek en eigen aangifte faillissement: adviesplichtig? / 265
14.3 Uitoefening medezeggenschapsrechten tijdens surseance en faillissement / 266
14.3.1 De zaak DA Retailgroep B.V. c.s. en de beslissing van de OK / 268
14.3.2 Het oordeel van de Hoge Raad; commentaar / 269
14.3.3 Uitoefening medezeggenschap in de praktijk, in faillissement / 270
14.4 Communautaire informatie- en raadplegingsverplichtingen / 271
HOOFDSTUK 15
Internationale aspecten / 273
15.1 Inleiding, afbakening van de te bespreken onderwerpen / 273
15.2 Basisregels: universele versus territoriale werking van faillissementen / 274
15.3 Basisregels van toepasselijk recht: lex concursus en lex causae, ‘Rome I’ / 275
15.3.1 Vereiste toestemming van het UWV: van kleur verschoten / 277
15.4 Opzegging door de curator en andere arbeidsrechtelijke perikelen: Insolventieverordening is niet van toepassing / 278
15.4.1 Opzegbevoegdheid van de curator / 278
15.4.2 Opzegging door de werkgever in surseance / 279
15.4.3 Lengte van de door de curator in acht te nemen opzegtermijn / 279
15.4.4 De rangorde van loonvorderingen / 281
15.4.5 Overige rechten en verplichtingen uit lopende arbeidsovereenkomsten / 282
15.5 Opzegging door de curator en andere arbeidsrechtelijke perikelen onder de Europese Insolventieverordening / 282
15.5.1 Inleiding, Verordening 1346/2000/EG, Verordening (EU) 2015/848 / 282
15.5.2 De verwijzingsregel van art. 13(10) Insolventieverordening / 284
15.5.2.1 Ontslagverlening onder art. 13 (10) InsVo: een denkbeeldige ‘Duitse casus’ / 285
15.5.2.2 Een ‘Spaanse ontslagcasus’, in drie instanties / 288
15.5.2.3 Loonvorderingen onder art. 13(10) InsVo, overige verplichtingen / 291
15.5.3 Mogelijk misbruik van secundaire procedure, reparatie van hiaten / 293
15.5.4 Overgang van onderneming in internationale setting / 295
HOOFDSTUK 16
WHOA / 297
16.1 WHOA en werknemers / 297
16.1.1 Werknemersrechten nader bezien, pensioenpremies bedrijfstakpensioenfondsen / 299
Artikelenregister / 303
Jurisprudentieregister / 313
Trefwoordenregister / 327
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan