Procesrecht in arbeidszaken
Gebonden Nederlands 2024 1e druk 9789013177725Samenvatting
Sinds de wijzigingen in het ontslagrecht in 2015 is procederen in arbeidszaken bijzonder complex geworden. Het gevolg hiervan is dat in de praktijk frequent procedurele fouten worden gemaakt. Procesrecht in arbeidszaken beoogt hierbij handvatten te bieden.
Procesrecht in arbeidszaken geeft een allesomvattend overzicht van de aspecten die van belang zijn bij het procederen in arbeidszaken, zowel in eerste aanleg alsook in hoger beroep. Daarnaast worden veel praktische tips en tricks gegeven waardoor de gebruiker van het boek beter beslagen ten ijs komt in arbeidsrechtelijke procedures.
Sinds de wijzigingen in het ontslagrecht in 2015 is procederen in arbeidszaken bijzonder complex geworden. Daarnaast wordt er steeds minder vaak geprocedeerd, zodat de ervaring met procederen kleiner wordt. Het gevolg hiervan is dat in de praktijk frequent procedurele fouten worden gemaakt. Dit boek beoogt hierbij handvatten te bieden.
Procesrecht in arbeidszaken is voornamelijk geschikt voor advocaten en andere rechtshulpverleners die procederen in arbeidsrechtelijke geschillen. Of je nu vaak procedeert of maar heel af en toe. Dit boek zal altijd behulpzaam zijn.
Procesrecht in arbeidszaken:
- Veelomvattend werk waarin het procederen in arbeidszaken in al haar facetten wordt behandeld
- Algemeen procesrechtelijke regels over het procederen in dagvaardings- verzoekschrift- en hoge beroepsprocedures staan centraal
- Bevat veel tips
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1
Inleiding / 1
DEEL I: PROCESRECHT ALGEMEEN
HOOFDSTUK 2
De procesinleiding: dagvaarding of verzoekschrift? / 7
2.1 Inleiding / 7
2.2 Wettelijk kader / 8
2.3 Gedingen gebaseerd op het in, bij of krachtens afdeling 7.10.9 BW bepaalde / 10
2.4 Toepassing van art. 7:686a lid 2 BW in de rechtspraak / 12
2.4.1 Algemene bevindingen / 12
2.4.2 Dagvaarding of verzoekschrift? / 12
2.4.3 Wilsgebreken / 15
2.4.4 Art. 7:686 BW / 15
2.4.5 Schadevergoeding ex art. 7:611 BW (Xella) / 18
2.5 Art. 7:686a lid 3 BW / 19
2.5.1 Samenhangende vorderingen / 19
2.5.2 Geen verplichting / 20
2.5.3 Het bereik van lid 3 / 21
2.5.4 Ook als tegenverzoek / 24
2.5.5 Splitsing / 25
2.6 Toepassing van art. 7:686a lid 3 BW in de rechtspraak / 27
2.6.1 Algemene bevindingen / 27
2.6.2 Wel of geen samenhangende vordering? / 30
2.6.3 Nadere beschouwing rechtspraak / 32
2.7 Spoorwissel ex art. 69 Rv / 34
2.8 Toepassing art. 69 Rv in de rechtspraak / 36
2.8.1 Ten aanzien van lid 2 / 36
2.8.2 Ten aanzien van lid 3 / 38
2.9 Korte beschouwing / 40
2.10 Afronding / 41
HOOFDSTUK 3
Hoofdlijnen van de verzoekschrift- en dagvaardingsprocedure in eerste aanleg / 43
3.1 Inleiding / 43
3.1.1 Absolute bevoegdheid / 44
3.1.2 Relatieve bevoegdheid / 48
3.1.3 Wat moet worden verstaan onder ‘woonplaats’? / 51
3.1.4 Beperkte mogelijkheid van forumkeuze in arbeidszaken / 52
3.2 Hoofdlijnen van de verzoekschriftprocedure / 53
3.2.1 Inleiding / 53
3.2.2 Inhoud van het verzoekschrift / 53
3.2.3 Griffierecht / 56
3.2.4 Oproeping / 56
3.2.5 Wie is belanghebbende? / 58
3.2.6 Ontbreken van verstek / 58
3.2.7 Het verdere verloop van de procedure (art. 278-291 Rv) / 59
3.2.8 Eiswijziging / 62
3.3 Hoofdlijnen van de dagvaardingsprocedure / 62
3.3.1 Formaliteiten en dagvaardingstermijn / 62
3.3.2 Indiening van het exploot/inschrijving ter rolle / 67
3.3.3 Het griffierecht / 68
3.3.4 Inhoud van de dagvaarding – de grondslag van de vordering / 69
3.3.5 Het herstelexploot / 72
3.3.6 Het verdere verloop van de procedure / 73
3.4 Art. 96 Rv-procedure / 76
3.4.1 Praktische gang van zaken bij de procedure ex art. 96 Rv / 77
HOOFDSTUK 4
Procedurele complicaties / 79
4.1 Inleiding / 79
4.2 Bewijs / 79
4.2.1 Wettelijk kader / 79
4.2.2 Stelplicht en bewijslastverdeling / 80
4.2.3 Bewijsmiddelen / 83
4.2.4 Bewijsaanbod / 83
4.2.5 Vrijwilligheid of dwang / 84
4.2.6 Bewijsopdracht / 84
4.2.7 Bewijslevering / 85
4.2.8 Getuigenverhoor / 85
4.2.9 Onrechtmatig verkregen bewijs / 86
4.2.10 Bewijslevering in de arbeidsrechtpraktijk / 86
4.3 Incidenten / 87
4.3.1 Formele en materiële incidenten / 87
4.3.2 Rechtsmacht, absolute en relatieve bevoegdheid, interne bevoegdheid / 87
4.3.3 Verkeerde procesinleiding / 88
4.3.4 Vrijwaring / 89
4.3.5 Voeging en tussenkomst / 89
4.3.6 Zaaksvoeging / 90
4.3.7 Voorziening voor de duur van het geding / 90
4.3.8 Verzoek tot (gehele of gedeeltelijke) behandeling achter gesloten deuren / 90
4.3.9 De exhibitievordering / 91
4.3.10 De verandering, vermeerdering en vermindering van eis of verzoek / 91
4.3.11 Zekerheidstelling voor proceskosten / 91
4.3.12 Wraking / 92
4.3.13 Materiële incidenten / 92
4.4 Conservatoir beslag in arbeidszaken / 93
4.4.1 Inleiding / 93
4.4.2 Het beslagrekest / 94
4.4.3 De behandeling van en beslissing op een beslagrekest / 95
4.4.4 Opheffen van conservatoir beslag / 96
4.5 Bewijsbeslag en exhibitieplicht / 97
4.5.1 Inleiding / 97
4.5.2 Bewijsbeslagverzoek / 97
4.5.3 Exhibitievordering / 98
4.6 Executoriaal beslag / 99
4.6.1 Inleiding / 99
4.6.2 Executie van arbeidsrechtelijke beslissingen zonder voorafgaand conservatoir beslag / 100
4.6.3 Executie van arbeidsrechtelijke beslissingen na voorafgaand conservatoir beslag / 102
4.7 Executiegeschillen / 102
4.7.1 Inleiding / 102
4.7.2 Toetsingskader executiegeschillen / 103
4.7.3 De vordering in een executiegeschil / 104
4.7.4 Het executiegeschil in arbeidszaken / 105
4.7.5 Het deurwaardersrenvooi / 106
HOOFDSTUK 5
De vervaltermijnen van art. 7:686a BW / 107
5.1 Inleiding / 107
5.2 Aanvang en duur van de vervaltermijn / 108
5.2.1 Aanvang en duur vervaltermijn art. 7:686a lid 4 sub a en b BW / 108
5.2.2 Aanvang en duur vervaltermijn art. 7:686a lid 4 sub c BW / 110
5.2.3 Aanvang en duur vervaltermijn art. 7:686a lid 4 sub d BW / 111
5.2.4 Aanvang en duur vervaltermijn art. 7:686a lid 4 sub e BW / 112
5.2.5 Toepasselijkheid Algemene termijnenwet (Atw) / 112
5.2.6 Ambtshalve toetsing? / 112
5.3 Geen uitbreiding toepassingsgebied vervaltermijnen / 114
5.4 Het onverbiddelijke ‘te laat is te laat’ / 114
5.4.1 Geen vermijden vervaltermijn door andere (algemene) vorderingsgrondslag / 115
5.4.2 Beroep op vervaltermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar? / 115
5.5 Vormen van verschoonbare termijnoverschrijding / 117
5.5.1 Tijdig ingediend verzoek gericht tegen verkeerde partij / 117
5.5.2 Tijdig verzoek tot toekenning transitievergoeding ingediend bij het hof / 119
5.6 Vervaltermijn en de (omgekeerde) switch / 119
5.6.1 Switch van vernietiging naar billijke vergoeding / 120
5.6.2 Switch van billijke vergoeding naar vernietiging / 120
5.6.3 Wettelijke schadeloosstelling en transitievergoeding na switch / 121
5.6.4 Praktische suggestie petitum ter voorkoming van (discussies over) verstreken vervaltermijnen / 121
5.7 Vervaltermijn en verrekening / 122
5.8 Vervaltermijn en rechtsverwerking / 123
HOOFDSTUK 6
Hoger beroep dagvaardingsprocedure / 125
6.1 Inleiding / 125
6.1.1 Doel van het hoger beroep / 126
6.1.2 Dagvaardingsprocedure / 126
6.2 Appelmoment / 127
6.2.1 Eindvonnis / 127
6.2.2 Tussenvonnis / 127
6.2.3 Deelvonnis / 128
6.2.4 Appeltermijnen / 128
6.2.5 Incidenteel appel / 130
6.2.6 Tussentijds appel zuiver tussenvonnis / 130
6.2.7 Appelverbod / 133
6.3 Dagvaarding / 134
6.3.1 Dagvaarding / 134
6.3.2 Betekening / 135
6.3.3 Bevoegd hof / 135
6.3.4 Inschrijving / 135
6.3.5 Faillissement tijdens appeltermijn / 136
6.3.6 Petitum / 136
6.3.7 Wisselbepaling / 136
6.3.8 Schorsende werking / 137
6.4 Partijen in hoger beroep / 137
6.4.1 Hoofdregel / 137
6.4.2 Openbare orde / 138
6.4.3 Vergissingen / 138
6.4.4 Rechtsopvolging / 139
6.4.5 Wijziging hoedanigheid / 139
6.4.6 Processueel ondeelbare rechtsverhouding / 140
6.4.7 Incidenteel appel / 141
6.5 Rolprocedure / 141
6.5.1 Rolraadsheer / 141
6.5.2 Griffierecht / 142
6.5.3 Uitstel / 142
6.5.4 Verval van recht / 143
6.5.5 Afwijkende procesvoering / 143
6.6 Processtukken / 144
6.6.1 Art. 347 lid 1 Rv / 144
6.6.2 Maximering omvang processtukken / 146
6.6.3 Aktes en verdere memories / 147
6.6.4 Incidentele vordering / 148
6.6.5 Fourneren / 148
6.6.6 Verzetdagvaarding / 148
6.6.7 Bewijsaanbod / 148
6.6.8 Eiswijziging en bezwaar / 149
6.7 Zittingen / 150
6.7.1 Algemeen / 150
6.7.2 Meervoudig / 150
6.7.3 Mondelinge behandelingen / 151
6.7.4 Enquête en gerechtelijke plaatsopneming (descente) / 152
6.8 Devolutieve werking / 152
6.8.1 Afwentelen / 152
6.8.2 Grievenstelsel / 152
6.8.3 Verbod terugwijzen / 153
6.8.4 Het belang van geïntimeerde / 154
6.8.5 De verdere behandeling van de vordering / 155
6.9 Concentratie van debat in hoger beroep / 156
6.9.1 In beginsel tweeconclusieregel / 156
6.9.2 Uitzonderingen / 157
6.10 Kort geding in hoger beroep / 157
6.10.1 Algemeen / 157
6.10.2 Spoedappel in kort geding / 157
6.10.3 Bijzondere spoed / 158
6.11 Arrest/uitspraak / 159
6.11.1 Datumbepaling / 159
6.11.2 Schriftelijk of mondeling / 159
6.11.3 Arrest op tussentijds appel / 160
6.11.4 Ex nunc/ex tunc / 160
DEEL II: BIJZONDERE ARBEIDSRECHTELIJKE PROCEDURES
HOOFDSTUK 7
De UWV-procedure ex art. 7:671a BW / 163
7.1 Inleiding / 163
7.2 Reikwijdte van art. 7:671a BW / 164
7.2.1 Ontslag vanwege bedrijfseconomische omstandigheden en ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid / 164
7.2.2 Uitzondering preventieve ontslagtoets / 165
7.2.3 Bestuursrechtelijke procedure/nadere regels / 165
7.2.4 Deeltijdontslag / 166
7.3 Voorwaarden van de a- en b-grond / 167
7.3.1 Bedrijfseconomische omstandigheden (de a-grond) / 167
7.3.2 Langdurige arbeidsongeschiktheid (de b-grond) / 170
7.4 Ontslagvolgorde / 171
7.5 Afspiegeling en onderlinge uitwisselbaarheid / 173
7.5.1 Afspiegeling / 173
7.5.2 Peildatum / 175
7.5.3 Bedrijfsvestiging / 176
7.6 Herplaatsing / 176
7.7 UWV procedure / 179
7.7.1 Verloop procedure / 179
7.7.2 Antimisbruikbepaling / 181
7.7.3 Voorlopige aanvraag en uitstel / 182
7.7.4 Nadere toelichting ontslagaanvraag bedrijfseconomische omstandigheden / 183
7.7.5 Nadere toelichting ontslagaanvraag langdurige arbeidsongeschiktheid / 184
7.7.6 Verloop procedure / 185
7.7.7 Beslissing / 185
7.7.8 Berekenen opzegtermijn / 186
7.7.9 Beroep en herhaalde aanvraag / 186
7.8 Rol van de opzegverboden / 187
7.8.1 Weigering toestemming bij opzegverbod / 187
7.8.2 Opzegverboden: andere werknemer voordragen voor ontslag / 188
7.9 Cao-ontslagadviescommissie (art. 7:671a lid 2, 3 en 10 BW) / 189
7.10 Collectief ontslag / 190
7.11 Conclusie / 192
HOOFDSTUK 8
De ontbindingsprocedure ex art. 7:671b BW / 193
8.1 Inleiding / 193
8.2 Toepassingsbereik van de ontbindingsprocedure / 194
8.2.1 De ontslaggronden c tot en met i / 194
8.2.2 Veelvuldig ziekteverzuim / 195
8.2.3 Disfunctioneren / 196
8.2.4 Verwijtbaar handelen of nalaten / 197
8.2.5 Ernstig gewetensbezwaar / 198
8.2.6 Verstoorde arbeidsverhouding / 199
8.2.7 Andere omstandigheden / 199
8.2.8 De cumulatiegrond / 200
8.2.9 De ontslaggronden a en b / 202
8.2.10 Ambtshalve toepassing ontslaggronden / 203
8.3 Bewijsrecht in de ontbindingsprocedure / 204
8.4 Opzegverboden en ontbinding / 207
8.5 Ontbindingstermijn / 209
8.6 Intrekking ontbindingsverzoek / 211
8.7 Bijzondere ontbindingsprocedures / 212
8.7.1 Pro forma / 212
8.7.2 Voorwaardelijke ontbinding / 215
HOOFDSTUK 9
De ontbindingsprocedure ex art. 7:671c BW / 219
9.1 Inleiding / 219
9.2 Het belang van art. 7:671c BW / 220
9.2.1 Ontbinding vs. ontslag op staande voet / 220
9.2.2 Ontbinding wegens ontbreken tussentijds opzegbeding / 222
9.2.3 Transitievergoeding en billijke vergoeding / 222
9.2.4 Slapende dienstverbanden / 223
9.3 Grond voor ontbinding / 224
9.3.1 Achtergrond / 224
9.3.2 De ‘alle omstandigheden van het geval’-toets volgens de Hoge Raad / 225
9.3.3 De toetsingsmaatstaf van art. 7:671c BW in de rechtspraak / 226
9.4 Vergoedingen / 229
9.4.1 Ontbinding tijdelijke arbeidsovereenkomst zonder tussentijds opzegbeding / 230
9.4.2 Uitzondering profvoetballers / 230
9.5 Tijdstip van ontbinding / 231
9.6 Intrekken ontbindingsverzoek / 232
HOOFDSTUK 10
Defibrillator van het ontslagrecht: de procedure ex art. 7:681 BW / 235
10.1 Inleiding / 235
10.2 Het toepassingsbereik / 236
10.2.1 Verschil 7:681 en 7:682 BW / 236
10.2.2 Afbakening: wanneer in te roepen? / 237
10.3 Het starten van de 7:681 BW-procedure / 244
10.3.1 Verzoekschrift binnen twee maanden / 244
10.3.2 Absolute en relatieve bevoegdheid / 246
10.3.3 Enkele eisen aan het verzoekschrift / 247
10.3.4 Verweer van de werkgever / 249
10.4 Bespreking van de sancties / 249
10.4.1 Keuzemogelijkheid van de werknemer / 249
10.4.2 Terugkeer op het oude nest: vernietiging / 250
10.4.3 Berusting en bijbehorende vergoedingen / 254
10.4.4 Verzoeken nevengeschikt of primair/subsidiair? / 257
10.5 Formulering van het petitum / 257
HOOFDSTUK 11
De procedure ex art. 7:682 BW / 259
11.1 Korte inleiding / 259
11.2 Systematiek van art. 7:682 BW / 259
11.2.1 Lid 1: de a- of b-grond / 260
11.2.2 Lid 2 en 3: geen preventieve toets / 260
11.2.3 Lid 4 en 5: wederindiensttredingsvoorwaarde / 261
11.2.4 Lid 6: voorzieningen / 262
11.2.5 Lid 7: cumulatievergoeding / 262
11.2.6 Lid 8: contractuele afwijking / 262
11.3 Herstel van de arbeidsovereenkomst / 263
11.3.1 Herstel met terugwerkende kracht of herstel ex nunc / 263
11.3.2 Wie spreekt herstel uit? / 264
11.3.3 Een herstelde arbeidsovereenkomst is een nieuwe arbeidsovereenkomst / 266
11.4 De voorziening / 267
11.4.1 Het doel van de voorziening / 268
11.4.2 Terugbetaling van de transitievergoeding / 268
11.4.3 Hoe om te gaan met een tussenperiode? / 269
11.4.4 Geen onderbreking / 270
11.4.5 Contractuele afwijking mogelijk? / 272
11.5 Het toetsingsmoment / 272
11.5.1 Toetsing ex nunc of ex tunc / 272
11.5.2 Toetsing in procedures op grond van art. 7:682 BW / 273
11.5.3 Rechtsgeldigheid van de beëindiging / 274
11.5.4 Verschuldigdheid en omvang ontslagvergoedingen / 274
11.5.5 Door de rechter te treffen voorzieningen / 276
11.6 Formulering van het petitum / 276
11.6.1 De werknemer / 276
11.6.2 De werkgever / 279
HOOFDSTUK 12
Kort geding in het arbeidsrecht / 281
12.1 Inleiding / 281
12.2 Het kort geding in het arbeidsrecht: over loon en meer? / 283
12.3 Algemene regels voor het kort geding / 284
12.3.1 Algemene regels: meer dan alleen het spoedeisend belang? / 284
12.3.2 De absolute bevoegdheid: kantonrechter en/of voorzieningenrechter? / 284
12.3.3 De relatieve bevoegdheid: welke kanton- of voorzieningenrechter? / 285
12.3.4 Procesregels: gelden de algemene regels voor dagvaardingprocedures in kort geding? / 286
12.3.5 Bewijsregels: van (overeenkomstige) toepassing in kort geding? / 287
12.3.6 (On)mogelijke vorderingen in kort geding: wat kan wel en wat kan niet? / 289
12.3.7 De afstemmingsregel: is de bodemrechter ‘boss’? / 291
12.3.8 Gezag van gewijsde: niet voor een vonnis in kort geding? / 292
12.3.9 Uitvoerbaarheid bij voorraad: ook ambtshalve? / 294
12.3.10 Dwangsom: waarom en wanneer (niet)? / 295
12.3.11 Verstek, zuivering en verzet: net als in de bodemprocedure? / 296
12.4 De beoordeling in kort geding / 297
12.4.1 Vijf kernpunten: beoordeling in samenhang? / 297
12.4.2 Het spoedeisend belang: hoge drempel of lage lat? / 298
12.4.3 Het voorlopig oordeel over de waarschijnlijke uitkomst van de bodemprocedure: hoe luidt de ‘richtregel’? / 300
12.4.4 De aannemelijkheid van de vordering: welke eisen worden daaraan gesteld? / 302
12.4.5 De belangenafweging: sluitstuk van de boordeling? / 302
12.4.6 Niet geschikt voor een beslissing in kort geding: wanneer is dat het geval? / 303
12.5 De werking van het kortgedingvonnis / 305
12.5.1 Inleiding / 305
12.5.2 De verhouding tussen het kort geding en de bodemzaak: afstemming, maar geen nadeel? / 305
12.5.3 De werking van het kortgedingvonnis: tot wanneer? / 305
12.5.4 Een andersluidend bodemvonnis: wat zijn de gevolgen? / 306
12.5.5 Hoger beroep / 308
12.6 De 223-voorziening / 308
12.6.1 De vereisten van art. 223 Rv: aanhangig geding, samenhang en spoedeisend belang? / 308
12.6.2 De 223-voorziening en het kort geding: veel overeenkomsten, ook verschillen? / 309
12.6.3 Het belang van de 223-voorziening voor het ontslagrecht: onderschat? / 311
12.7 Loonvordering in kort geding / 313
12.7.1 Inleiding / 313
12.7.2 Loonvordering in kort geding als geldvordering: verzwaarde (motiverings)-eisen? / 313
12.7.3 Loonvordering na ontslag: kort geding of 223-voorziening? / 314
12.7.4 Loonvordering in kort geding in verband met ziekte en re-integratie: deskundigenverklaring niet vereist, maar wel aan te raden? / 315
12.8 Tewerkstelling en kort geding / 317
12.8.1 Recht op tewerkstelling: uitgangspunt of uitzondering? / 317
12.8.2 Tijdig vorderen van tewerkstelling: kort geding een must? / 320
12.8.3 Tewerkstelling na ontslag op staande voet: complicaties door de Wilco/Fantasia IX-uitspraak van de Hoge Raad? / 321
12.8.4 Tewerkstelling in arbeidsrechtelijke driehoeksverhoudingen: ander criterium? / 322
12.9 Kort geding en concurrentiebeding: kans op succes? / 323
12.10 Inzagevordering art. 843a Rv: ook in kort geding? / 325
12.11 Nevenvorderingen in kort geding: ook spoedeisend? / 326
12.12 Proceskosten in kort geding: vaste tarieven en ook na intrekking? / 327
12.13 Praktische punten in kort geding: van aanvraag tot uitspraak / 329
12.13.1 Inleiding / 329
12.13.2 De aanvraag voor een kort geding / 329
12.13.3 Toezending stukken en Veilig Mailen / 330
12.13.4 Dagvaarden in kort geding / 330
12.13.5 De (formulering van de) vordering / 331
12.13.6 Verplaatsing van de mondelinge behandeling / 332
12.13.7 Nadere stukken vóór of bij de mondelinge behandeling / 332
12.13.8 Het indienen van een eiswijziging of tegenvordering / 333
12.13.9 De mondelinge behandeling en de (mondelinge) uitspraak / 334
12.13.10 Schikking op of na de zitting / 336
12.13.11 Proces-verbaal / 337
12.14 Een samenvatting in tien stellingen / 337
HOOFDSTUK 13
De appelprocedure ex art. 7:683 BW / 339
13.1 Hoger beroep in ontslagzaken algemeen / 339
13.2 Art. 7:683 BW: algemeen / 339
13.3 Hoger-beroepverzoekschriftprocedures: drie trappen / 340
13.4 Doorwerking van algemene bepalingen op verzoekschriftprocedures in hoger beroep / 340
13.4.1 Doorwerking voor zover niet uitgezonderd / 340
13.4.2 Bevoegde rechter in hoger beroep / 341
13.5 De algemene bepalingen van het hoger beroep van verzoekschriftprocedures / 342
13.5.1 Inleiding / 342
13.5.2 Hoger beroep tegen eindbeschikkingen / 342
13.5.3 Hogerberoepstermijnen / 342
13.5.4 Hoger beroep door belanghebbenden / 343
13.5.5 Incidenteel hoger beroep / 345
13.5.6 Wijze van indiening van beroepschrift / 345
13.5.7 Inhoud beroepschrift / 347
13.5.8 Gang van zaken hoger beroep in verzoekschriftprocedure / 347
13.5.9 Schorsende werking / 348
13.5.10 De verzoekschriftprocedure kent geen verstek / 349
13.5.11 De uitzondering van art. 362 Rv / 349
13.5.12 Kosten van hoger beroep / 350
13.5.13 Griffierechten / 351
13.5.14 Veroordeling in de salariskosten / 351
13.6 Art. 7:683 BW / 353
13.6.1 Inleiding / 353
13.6.2 Geen automatische schorsing door hoger beroep / 353
13.6.3 Geen mogelijkheid tot herstel arbeidsovereenkomst bij toegewezen werknemersverzoek / 354
13.6.4 Alsnog herstellen of beëindigen – inleiding / 355
13.6.5 Lid 3: alsnog herstel of billijke vergoeding / 356
13.6.6 Beëindiging door het hof / 357
13.6.7 Ex tunc of ex nunc / 359
13.7 Afsluiting / 359
HOOFDSTUK 14
Processuele aspecten rondom de zieke werknemer / 361
14.1 Inleiding / 361
14.2 Deskundigenverklaring algemeen / 361
14.2.1 Gebondenheid rechter aan deskundigenverklaring / 363
14.2.2 Ambtshalve toetsing? / 364
14.3 Deskundigenverklaring bij loonvordering en nakoming re-integratieverplichtingen / 364
14.3.1 Doel deskundigenverklaring / 365
14.3.2 Uitzonderingen / 365
14.3.3 Verhindering of nakoming niet betwist / 365
14.3.4 In redelijkheid niet gevergd / 366
14.3.5 Geen deskundigenoordeel: afwijzing of niet-ontvankelijkverklaring? / 368
14.3.6 Herstel van ontbreken deskundigenverklaring in hoger beroep? / 369
14.4 Proceskostenveroordeling bij loonvordering en nakoming re-integratieverplichtingen / 369
14.5 Deskundigenverklaring in ontbindingsprocedure / 371
14.5.1 Veelvuldig ziekteverzuim / 371
14.5.2 Niet nakomen re-integratieverplichtingen / 371
14.5.3 Welke deskundigenverklaring? / 372
14.6 Opzegverbod tijdens ziekte en doorwerking in ontbindingsprocedure zieke werknemer / 372
14.7 Tot besluit / 374
HOOFDSTUK 15
Internationaal arbeidsprocesrecht / 375
15.1 Inleiding / 375
15.2 Wanneer is er sprake van een internationale arbeidsovereenkomst? / 375
15.3 Toepasselijk recht / 376
15.3.1 Rechtskeuze / 377
15.3.2 Gewoonlijk werkland / 377
15.3.3 Vestigingsland werkgever / 378
15.3.4 Nauwere band / 378
15.4 Welke nationale rechter is bevoegd? / 378
15.4.1 De EEX-verordening en de verdragen / 379
15.4.2 De EVEX-verdragen / 379
15.4.3 Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) / 379
15.5 De EEX-verordening / 380
15.5.1 De werkingssfeer van de EEX-verordening / 380
15.5.2 Speciale regels voor arbeidsovereenkomsten / 381
15.5.3 De vordering van de werkgever tegen de werknemer / 382
15.5.4 Stappenplan / 387
15.5.5 De vordering van de werknemer tegen de werkgever / 387
15.6 Immuniteit van bepaalde internationale organisaties / 397
15.6.1 Rechtsbronnen / 398
15.6.2 Relatie tot het EVRM / 399
15.6.3 Betekenis voor arbeidsrechtelijke geschillen / 400
15.7 Conclusie / 402
Trefwoordenregister / 403
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan