Onder schrijvers van managementboeken is het alweer heel wat jaren bon ton om de alsmaar groeiende managersbevolking ervan langs te geven. Tot de belangrijkste critici behoren Jaap Peters, die in 2004 ‘De intensieve menshouderij’ publiceerde, en Mathieu Weggeman, die nog maar pas de prijs won voor het Managementboek van het jaar met ‘Leidinggeven aan professionals? Niet doen!’. Op kundige, vaak hilarische wijze weten ze aan te tonen dat het MBA-denken (kort gezegd: cijfers zijn belangrijker dan mensen) de laatste twintig jaar een ware plaag is geworden in Nederland.
Wie schetst onze verbazing toen een maand geleden het aan de Universiteit Maastricht verbonden Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) bekend maakte dat volgens haar laatste onderzoek de managersbevolking tussen 2000 en 2005 met 26.500 (25 procent) was afgenomen. ‘Organisaties zijn platter geworden’, luidt de conclusie. Tijd voor een belletje.
Jaap Peters had nog niet van de cijfers gehoord. "Maar als dat waar is, dan is dat goed nieuws. Alleen heb ik mijn reserves bij de betrouwbaarheid ervan. Ten eerste kan het zijn dat een hoop functies hernoemd zijn, omdat de term manager niet meer zo goed ligt. Bijvoorbeeld stafmedewerker, waar je vroeger van personeelsmanagers sprak. En ten tweede strookt het niet met mijn ervaring bij de honderden organisaties waar ik de afgelopen jaren binnen ben geweest en de congressen waar ik gesproken heb. Daar hoor ik alleen maar van mensen dat het erger wordt."
Weggeman denkt hetzelfde. "Wanneer wordt iemand nog manager genoemd? De term is een stuk minder populair geworden. Per slot van rekening hebben we wel een beetje succes gehad met ‘management bashen’. Daarnaast zijn heel wat staf-achtige functies de laatste jaren geoutsourced, dus er is denk ik heel wat vertekening."
Na enig aandringen geven de heren toe dat die vertekeningen toch een wat magere verklaring vormen voor een daling met 25 procent. En in dat geval is Weggeman een stuk minder positief dan zijn collega. "Als de managers die zijn gebleven, nog steeds doen wat ze deden, dan is de schade die ze aanrichten nog even groot en misschien wel groter. Want die managers staan onder grotere druk, wat betekent dat dat harde, dat ‘MBA-achtige’ sterker naar voren komt."
Wel zijn ze het erover eens dat de ‘verplatting’ die de onderzoekers constateren en de besparing op managerssalarissen die daaruit volgt, goed zouden kunnen zijn voor het primaire proces in organisaties. Peters: "Het zou erop kunnen duiden dat de bureaucratie afneemt. Weggeman: "25 Procent minder managerssalaris kán ten goede komen aan het primaire proces."
Vormt het misschien een aanleiding om de toon de komende tijd iets bij te stellen? Peters: "Ach, dat pesten. Ik heb vooral het idee dat ik ben opgekomen voor de belangen van de werkvloer. En ik ben er nog steeds van overtuigd dat je managers moet wijzen op de tekortkomingen van hun vak. Weggeman: "Die hele trend naar MBA, daar moet nog steeds iets van worden gezegd. Dus ik denk dat we daar flink mee door moeten gaan."