De auteur vraagt zich in dit boek af wat de effecten van 30 jaar neoliberale ideologie zijn op onze Identiteit. Het antwoord is bepaald niet opbeurend maar Verhaeghe biedt de lezer ook een alternatieve denkrichting.
Wie wij zijn, hangt af van de omgeving. Een nieuwe stellingname in het nature-nurture debat? Verhaeghe gaat hier niet mee met neurologen zoals Schwaab die vinden dat wij ons brein zijn.
De auteur stelt namelijk dat identiteit niet van binnen zit – wat ik een verrassend standpunt vind voor een klinisch psycholoog - maar vooral in het verschuivende beeld van de buitenwereld. Er is geen wezenlijke identiteit. De aanname dat we een eeuwig, onveranderlijk ik zouden hebben, is volgens Verhaeghe hoogst twijfelachtig. Identiteit heeft te maken met samenvallen met en afstand nemen van de ander. Dat levert een interessant perspectief op over autonomie: autonomie gaat dus over de afscheiding van de ander. Maar we hebben die ander wel nodig. Het zijn de anderen die ons een spiegel voorhouden en ons helpen onze identiteit te vormen.
Diverse stromingen komen voorbij om de context waarin we leven te kunnen typeren. We lezen over het Sociaal Darwinisme dat gericht was om het beste in de mens naar boven te brengen. We lezen -uitgebreid - over het Neoliberalisme dat de vrije markt zijn gang wil laten gaan en over de Meritocratie dat letterlijk betekent geregeerd door degenen die het verdienen, waarmee bedoeld wordt dat iedereen alles kan bereiken, mits je inzet vertoont. Amerikanen kennen dat onder de vlag van ‘The American dream’ maar wij hebben onze eigen variant hierop. Wie de klassieker ‘The death of a salesman’ kent, weet dat The American dream niet altijd een happy end heeft. Dat geldt in zekere zin ook voor de neoliberale meritocratie. ‘Nooit waren we zo vrij, nooit hebben we ons zo machteloos gevoeld’. Mensen worden gepest op hun werk, ervaren druk waar ze zelf geen invloed op kunnen uitoefenen en medewerkers die door hun leidinggevenden geïnfantiliseerd worden. Burn-out en langdurige ziekte worden een steeds groter probleem. Maar we lijken onze ogen hiervoor te sluiten. Wanneer we gevraagd worden in een sollicitatiegesprek onze beste vijf kwaliteiten te benoemen, sommen we de verwachtingen op van de gemiddelde manager. Zo zien we: onze identiteit wordt gevormd door de omgeving. Maar hebben we dat zelf door?
Verhaeghe spreekt van ‘De Enron maatschappij’ waarvan het meest typische kenmerk is depressief genot op afbetaling. Het is vooral een egoïstische samenleving.
Wat moet er gebeuren om dit tij te keren? Het tij waar alles meetbaar is en mensen tot ding zijn gedegradeerd en waarbij patiënten in het ziekenhuis niet langer een middel zijn en niet het doel? We moeten een maatschappij nastreven waarbij we onze kwantitatieve doelen inwisselen voor kwalitatieve duurzaamheid. De neoliberale factoren: nadruk op productiviteit, evaluatie, competitie en kostenreductie zullen niet langer de boventoon moeten voeren. Op dit punt komt Verhaeghe met een belangwekkend veranderkundig perspectief. Hij stelt namelijk dat we niet moeten veranderen op basis van kennis maar via affectief beladen waarden. Niet via onze cortex maar via het buikgevoel. Het economisch perspectief moet de maatschappij dienen en niet omgekeerd. Een belangwekkend boek dat tevens als basis kan dienen om de discussie aan te gaan over professionele identiteit.
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat. Hij is auteur van de boeken Meegaan of dwarsliggen, Werkvormen voor managers en Leidinggeven kun je zelf. Samen met meerdere auteurs schreef hij onder red. van Rob van Es het boek Praktijkboek Veranderdiagnose en samen met Peter van den Boom schreef hij Theatervoorstellingen in organisaties. Naast zijn schrijfactiviteiten is hij spreker en organiseert hij trainingen en seminars over actuele managementthema's.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.