Prof.dr. A.T.J.M. Jacobs is hoogleraar sociaal recht en sociale politiek aan de Universiteit van Tilburg.
Meer over Antoine JacobsCollectief arbeidsrecht
Gebonden Nederlands 2023 5e druk 9789013172577Samenvatting
Wat zijn de kernthema’s binnen het collectief arbeidsrecht? Hoe hangen ze samen? En welke rol speelt de overheid eigenlijk met betrekking tot de arbeidsmarkt? Deze uitgave beschrijft de collectieve verhoudingen en de zogenaamde spelregels van het arbeidsrecht.
Het collectief arbeidsrecht bevindt zich op het snijvlak van vakbonden, werkgevers, cao’s, stakingen, ondernemingsraden, medezeggenschap en overheid. Collectief arbeidsrecht is geschreven voor professionals die op deze gebieden werkzaam zijn.
De uitgave maakt het arbeidsrecht inzichtelijk langs vier kernthema’s:
- Het vakverenigingsrecht
- Het cao-recht
- Stakingsrecht
- Het medezeggenschapsrecht
Waar andere werken bovenstaande thema’s veelal afzonderlijk behandelen, biedt Collectief arbeidsrecht een samenhangend overzicht van het gehele rechtsgebied. Hierdoor doet u ook inzicht op in de onderlinge verbanden - zowel binnen als buiten de Nederlandse grenzen. De auteur analyseert elk thema vanuit een economische, sociale, politieke en internationale context.
Deze uitgave besteedt volop aandacht aan actuele kwesties, waaronder het onderwerp topsalarissen en de jurisprudentie over het cao-recht en het medezeggenschapsrecht. Ook de nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied passeren één voor één de revue.
Geschikt voor zowel juristen als niet-juristen op zoek naar een praktijkgerichte en samenhangende blik op het collectieve arbeidsrecht.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Meest gebruikte afkortingen / XIII
Lijst van verkort geciteerde werken / XVII
HOOFDSTUK 1
Inleiding / 1
HOOFDSTUK 2
Vakverenigingen en vakverenigingsrecht / 3
2.1 Vakbonden / 3
2.1.1 De structuur van de Nederlandse vakbeweging / 3
2.1.2 Het bedrijvenwerk/vakbondswerk in de onderneming / 8
2.1.3 De organisatiegraad / 9
2.1.4 Voordelen voor vakbondsleden / 13
2.1.5 De financiering van de vakbeweging / 14
2.1.6 De toekomst van de vakbeweging / 18
2.2 Werkgevers / 22
2.3 Vakverenigingsrecht / 25
2.4 De representativiteitskwestie / 30
HOOFDSTUK 3
Het Nederlandse stelsel van collectieve arbeidsverhoudingen / 33
3.1 Inleiding / 33
3.2 Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie / 33
3.3 Loon- en inkomenspolitiek / 35
3.3.1 Het verleden / 35
3.3.2 Het heden / 41
3.3.2.a Het minimumloon / 43
3.3.2.b De topinkomens / 47
3.3.2.c Gelijke beloning m/v / 56
3.4 De overlegeconomie/het poldermodel / 56
3.5 De instituties van het overlegmodel / 60
3.6 Centraal of decentraal? / 64
3.7 Wetgeving of zelfregulering door de sociale partners / 69
3.7.1 Driekwartdwingend recht / 71
HOOFDSTUK 4
Het cao-gebeuren / 75
4.1 De cao-kaart van Nederland / 75
4.2 Inhoud van het jaarlijkse cao-overleg / 80
4.2.1 Flexibele beloning / 83
4.2.2 Arbeidstijdverkorting en flexibele arbeidstijden / 84
4.2.3 Vakantie en verlof / 86
4.2.4 Ouderenbeleid en vervroegd uittreden / 86
4.2.5 Aanvullende sociale zekerheid / 87
4.2.6 Arbeidsomstandigheden en klachtrecht / 89
4.2.7 Werkgelegenheid, flexwerk en uitbesteding / 89
4.2.8 ‘Employability’ en Scholing / 90
4.2.9 Kinderopvang / 90
4.2.10 Tussenconclusie / 90
4.2.11 Loonofferakkoorden / 90
4.3 De structuur van het cao-overleg / 92
4.4 Het cao-gebeuren in de openbare dienst. / 95
4.5 Het cao-gebeuren bij de semioverheid / 96
4.6 Het cao-gebeuren ook voor zelfstandigen. / 96
HOOFDSTUK 5
Cao-recht I / 99
5.1 De geschiedenis van het cao-recht en het wezen van de cao / 99
5.1.1 De geschiedenis van het cao-recht / 99
5.1.2 Het rechtskarakter van de cao / 100
5.1.3 Privaat- of publiekrecht? / 105
5.1.4 Het gunstigheidsbeginsel / 106
5.2 De partijen bij de cao / 110
5.3 De gebondenheid aan de cao / 113
5.3.1 De gebondenheid door lidmaatschap aan beide zijden / 113
5.3.2 De art. 14-constructie / 114
5.3.3 Gebondenheid door de algemeenverbindendverklaring / 120
5.3.4 Gebondenheid door overgang van de onderneming / 121
5.3.5 Gebondenheid door een contractueel beding / 124
5.3.6 Gebondenheid door gebruik of gewoonte / 127
5.3.7 Overige vormen van gebondenheid / 128
5.4 De werkingssfeer van de cao / 128
5.4.1 De werkingssfeer wat betreft de bedrijfstak/onderneming (de ‘horizontale werkingssfeer’) / 130
5.4.2 De werkingssfeer wat betreft groepen van werknemers (de ‘verticale werkingssfeer’) / 133
5.4.3 De territoriale werkingssfeer / 136
5.4.4 De werkingssfeer in de tijd / 136
5.5 De inhoud van de cao / 139
5.5.1 Normatieve en obligatoire bepalingen / 139
5.5.2 Diagonale bepalingen / 142
5.5.3 Fondsen / 143
5.5.4 Sociaal plan / 144
5.5.5 Delegatiebepalingen/decentralisatiebepalingen / 146
5.5.6 Ongelijke behandeling van georganiseerden en ongeorganiseerden / 147
5.6 Publiciteit, interpretatie en handhaving / 149
5.6.1 Publiciteit / 149
5.6.2 Interpretatie / 149
5.6.3 Handhaving / 153
5.7 De cao in het internationale privaatrecht / 163
HOOFDSTUK 6
Cao-recht II / 169
6.1 Een recht op c.q. verplichting tot cao-onderhandelen? / 169
6.2 Algemeenverbindendverklaring / 174
6.2.1 De procedure / 175
6.2.2 Beroep / 176
6.2.3 Het meerderheidsvereiste / 177
6.2.4 De toetsing / 180
6.2.5 Uitzonderingen/dispensaties door de minister / 185
6.2.6 Dispensatie door de cao-partijen zelf / 187
6.2.7 Rechtskracht, duur en nawerking van de avv / 189
6.2.8 Het politieke debat over de avv als zodanig / 192
6.3 Het ontwijken van het keurslijf van de cao / 198
6.4 Cao-recht, het mededingingsrecht, het EU-recht met betrekking tot staatssteun, openbare aanbesteding en de vier basisvrijheden van de Europese markt / 201
6.5 Cao-regelgeving in staatkundig, grondrechtelijk en arbeidsrechtelijk perspectief / 206
6.6 Toekomst van de cao en van het nationale cao-recht / 209
HOOFDSTUK 7
Stakingsrecht – algemeen / 215
7.1 Over collectieve arbeidsconflicten / 215
7.2 Typologie / 216
7.3 De strafrechtelijke kant van de staking / 217
7.4 Historische ontwikkeling van de staking naar civiel recht / 218
7.5 Waarom een stakingsrecht? / 219
7.6 Het stakingsrecht als strategisch en ritueel gebeuren / 220
7.7 Rechtmatig, tenzij … / 222
7.7.a De spelregeltoetsing / 223
7.7.b De misbruik- of proportionaliteitstoetsing / 224
7.7.c De uitwerkingen van het NS-arrest raakten in discussie / 226
7.8 De Hoge Raad herijkte zijn stakingsrecht jurisprudentie in Amsta, 2015 / 228
7.9 Commentaar / 228
7.10 Evaluatie van de rechtspraak op hoofdzaken en de toekomst van het stakingsrecht / 231
HOOFDSTUK 8
Stakingsrecht – bijzonder / 235
8.1 Bijzondere arbeidsconflicten? / 235
8.2 Stakingen om rechtsconflicten / 235
8.3 De erkenningsstaking / 237
8.4 Stakingen in strijd met de cao / 238
8.5 Wilde stakingen / 240
8.6 Stakingen tegen anderen dan de eigen werkgever / 240
8.7 Solidariteits- of sympathiestakingen / 241
8.8 Politieke stakingen / 242
8.9 Kortstondige werkonderbrekingen, selectieve stakingen, estafettestakingen, stiptheidsacties, langzaamaanacties, gratis dienstbetoonacties / 243
8.10 Blokkades / 245
8.11 Bezetting / 245
8.12 Gevolgen van onrechtmatigheid voor de vakbonden / 246
8.13 Staking en de individuele arbeidsovereenkomst / 247
8.14 Betaling van werkwilligen / 249
8.15 Uitsluiting en andere weermiddelen van de werkgever / 250
8.16 Onderzoek, verzoening, bemiddeling en arbitrage / 252
8.17 De ambtenarenstaking / 253
8.18 Het stakingsrecht in de semioverheidssector / 255
8.19 Collectieve acties van zelfstandigen / 256
HOOFDSTUK 9
Medezeggenschap – algemeen / 259
9.1 Inleiding / 259
9.2 Begrippen en vormen van medezeggenschap/duaal systeem / 262
9.3 Medezeggenschap in de top van de onderneming (Structuurwet) / 263
9.4 Recht van enquête / 277
9.5 Collectief ontslag / 281
9.6 Fusiegedragsregels / 284
9.7 Medezeggenschapsrecht in cao’s / 291
9.8 Heeft medezeggenschap nog een toekomst? / 291
9.9 Oude dromen; nieuwe perspectieven / 294
9.10 Financiële werknemersparticipatie (werknemersaandelen) / 295
HOOFDSTUK 10
Ondernemingsraden / 297
10.1 De Wet op de Ondernemingsraden / 297
10.1.1 De aanpassingen van de Wet op de ondernemingsraden / 297
10.1.2 De WOR en de cao / 300
10.2 Het reglement van de OR / 300
10.3 Instelling en opheffing van de OR / 301
10.3.1 De instellingsplicht / 301
10.3.2 Definitie onderneming / 302
10.3.3 Samengestelde onderneming / 303
10.3.4 Getalsdrempels / 306
10.3.5 Positie deeltijders en flexwerkers / 307
10.3.6 De opheffing van de OR / 308
10.4 Samenstelling van de OR / 309
10.4.1 Omvang van de OR / 309
10.4.2 Commissies van de OR / 310
10.4.3 Achterbanraadpleging / 310
10.4.4 Zittingsduur (art. 12 WOR) / 311
10.4.5 Voorzitter OR / 311
10.4.6 Secretariaat OR / 311
10.4.7 Vergaderen/vergaderfrequentie / 311
10.4.8 De overlegvergadering / 312
10.4.9 Bestuurder / 313
10.4.10 Rechtspersoonlijkheid / 314
10.5 Verkiezing van de OR / 314
10.5.1 Kiesrecht (art. 6 lid 2, 3 en 5 WOR) / 314
10.5.2 Kandidatenlijsten (art. 9 WOR) / 314
10.5.3 Kiesgroepen / 315
10.5.4 Verkiezingen / 316
10.6 Faciliteiten en rechtsbescherming / 317
10.6.1 Faciliteiten / 317
10.6.2 Rechtsbescherming / 319
10.7 Bevoegdheden van de OR in het algemeen en het informatierecht in het bijzonder / 320
10.7.1 Het informatierecht en de geheimhoudingsplicht / 320
10.7.2 Voorinformatie / 324
10.8 Het adviesrecht bij belangrijke besluiten (art. 25 WOR) en de beroepsregeling daartegen (art. 26 WOR) / 324
10.8.1 Overzicht van de adviesrechten van de OR / 324
10.8.2 De uitoefening van de adviesrechten / 327
10.8.3 Het adviesrecht van de OR in faillissement / 333
10.8.4 Het beroepsrecht van de Ondernemingsraad m.b.t. art. 25 OR / 335
10.9 Het instemmingsrecht bij belangrijke besluiten (art. 27 WOR) / 341
10.10 Overige bevoegdheden en taken / 347
10.11 De inspraak in kleine bedrijven / 350
10.12 Geschillenregelingen / 352
10.12.1 Conflicten / 352
10.12.2 De geschillenregeling bij de rechterlijke macht / 352
10.12.3 De bedrijfscommissies / 355
10.12.4 Misbruik / 356
10.13 Medezeggenschap bij veiligheid en gezondheid / 356
10.14 De OR en de vaststelling van arbeidsvoorwaarden / 357
10.14.1 De formule van art. 27 lid 3 WOR / 361
10.14.2 De rechtsnatuur van afspraken tussen ondernemer en OR / 364
10.14.3 De rechtsnatuur van het reglement, de personeelsgids en dergelijke / 369
10.15 Medezeggenschap bij de overheid / 370
10.16 Medezeggenschap in onderwijs en zorg / 372
HOOFDSTUK 11
Internationaal / 375
11.1 Inleiding / 375
11.2 Internationale organisaties van vakbonden en werkgevers / 376
11.3 De Internationale Arbeidsorganisatie / 378
11.4 De arbeidsverhoudingen in de Europese Unie / 379
11.5 Overige internationale instituties / 381
11.6 De vakverenigingsrechten in internationaal perspectief / 381
11.6.1 De vakverenigingsrechten-verdragen van de IAO / 383
11.6.2 Artikel 5, 6 en 21 van het Europees Sociaal Handvest / 387
11.6.3 Artikel 11 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden / 389
11.6.4 Artikel 12, 27 en 28 van het EU Handvest van grondrechten / 391
11.6.5 Internationale bronnen en de loon- en inkomenspolitiek / 392
11.6.6 De vakverenigingsrechten van zelfstandigen / 392
11.7 Internationale aspecten van het medezeggenschapsrecht / 394
11.7.1 De Europese ondernemingsraad / 394
11.7.2 De medezeggenschap in de Europese naamloze vennootschap / 398
11.7.3 De algemene Kaderrichtlijn informatie en consultatie / 399
11.8 Wereldwijde multinationals / 399
HOOFDSTUK 12
Horizon / 403
12.1 Een geschiedkundige terugblik / 403
12.2 Het perspectief / 404
Trefwoordenregister / 409
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan