Cradle to Cradle – van wieg tot wieg – is een visie voor een wereld zonder afval, bedacht door de Duitse chemicus Michael Braungart en de Amerikaanse architect William McDonough. Producten worden zo ontworpen en gefabriceerd dat ze aan het eind van hun levenscyclus volledig hergebruikt gaan worden. Gebouwen voorzien in hun eigen energiebehoefte en de samenleving functioneert als een kersenboom: al het afval is voedsel voor het systeem dat de boom in leven houdt. Krijgen we dat voor elkaar – zo zeggen de twee – dan kunnen we rustig blijven consumeren zoals we nu doen, want hoe meer afval, hoe meer voedsel voor weer nieuwe producten en zelfs voor de natuur. Zelf lieten ze zien hoe het moet: composteerbare t-shirts, recyclebare schoenen en bureastoelen en groener dan groene gebouwen ontwikkelden ze in samenwerking met grote bedrijven. En in China zijn ze met de ontwikkeling van zes ecologische steden bezig.
Een fraai, optimistisch verhaal dat eind 2006 via de VPRO-documentaire ‘Afval is voedsel’ in ons land insloeg als een bom. Op het web buitelen de C2C-initiatieven over elkaar heen, het aantal seminars en congressen erover loopt in de tientallen en als gezegd: de Nederlandse (lokale) overheid lust er wel pap van. De gemeente Haarlemmermeer bijvoorbeeld wil ook al een C2C-bedrijvenpark.
Maar langzamerhand komen ook de twijfels. In HP/DeTijd is te lezen dat ontwerpers en ondernemers op kleine schaal geestdriftig met het concept bezig zijn, maar er niet of nauwelijks in slagen tot resultaten te komen, omdat het vaak ingewikkeld is en behoorlijke investeringen vraagt. In de Volkskrant wordt de kritiek op het concept verwoord die met name in duurzaamheidskringen leeft. Vooral de claim van de twee dat we gewoon kunnen doorgaan met consumeren, wordt door de kritikasters als ‘onzin’ en ‘onverantwoordelijk’ afgedaan. Daarnaast zouden Braungart en McDonough te weinig hebben nagedacht over de vraag op wat voor beleid een overheid die daadwerkelijk geÑ—nteresseerd is in het realiseren van een C2C-economie, zou moeten inzetten.
Zo gaat dat dus met hypes - want dat er een C2C-hype gaande is, leidt geen twijfel. Na de euforie komen de vragen. En eigenlijk hebben Braungart en McDonough het allemaal aan zichzelf te danken. Van een groene chemicus en een groene architect zijn ze de laatste jaren geëvolueerd tot great communicators die de grenzen van hun respectievelijke vakgebieden allang overschreden hebben. Hun boek is radicaal, idealistisch en ook nog eens leuk geschreven. Beide zijn in staat volle zalen voor zich in te nemen en door de groene boodschap zo te brengen dat de mens niet ‘het probleem’ is maar ‘de oplossing’, hebben ze een enthousiasme losgemaakt waar ze waarschijnlijk zelf ook nooit op gerekend hadden.
Maar hoe meer aandacht ze voor hun gedachtegoed genereren en hoe meer ‘leken’ ze weten te enthousiasmeren, hoe vaker ze de vraag te horen zullen krijgen: ‘Waar vind ik de gebruiksaanwijzing?’