Integriteit: integriteit en integriteitsbeleid in Nederland
integriteit en integriteitsbeleid in Nederland
Gebonden Nederlands 2012 1e druk 9789013110272Samenvatting
Integriteit is voor veel publieke en private organisaties van cruciaal belang. Publiek, media en politiek zijn meer dan geïnteresseerd in schendingen van integriteit. Bestuurders en managers van organisaties worden steeds meer beoordeeld op vraag of, in hoeverre en op welke wijze zij in hun organisaties aandacht hebben besteed aan integriteit en integriteitsbeleid.
In dit handboek worden de wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis en inzichten op het terrein van integriteit en integriteitsbeleid in Nederland bij elkaar gebracht door toonaangevende auteurs vanuit de wetenschap en de praktijk. Het handboek vormt een introductie in de belangrijkste aspecten van integriteit en integriteitsbeleid.
Het handboek is geschikt voor de praktijk en wetenschap op het terrein van integriteit en intergiteitsbeleid. Het handboek kan ook gebruikt worden als leerboek of naslagwerk over integriteit en integriteitsbeleid. Het handboek is tevens bestemd voor het onderwijs op HBO en WO niveau. Het handboek Integriteit is onderdeel van de serie Handboeken Veiligheid.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
J.H.J. van den Heuvel, L.W.J.C. Huberts en E.R. Muller
Deel I Integriteit in context 19
1 Visies op integriteit 21
L.W.J.C. Huberts
1.1 Inleiding 21
1.2 Acht visies op integriteit 22
1.3 Integriteit als heelheid en verantwoordelijkheid 22
1.4 Bewust moreel handelen 25
1.5 Verbinding met waarde(n) 25
1.6 Integriteit als ideaal 28
1.7 Moraal en ethiek van bestuur en beleid 29
1.8 Het mijnenveld van de moraal 31
1.9 Integritisme 33
1.10 Meer of minder 35
1.11 Tot slot 36
2 Begripsanalyse integriteit 39
A.W. Musschenga
2.1 De actualiteit van integriteit 39
2.2 Dimensies van integriteit 40
2.3 Het belang van integriteit 41
2.4 Typologie van integriteit 42
2.5 Integriteit en de geïntegreerde persoonlijkheid 43
2.6 Het profiel van een integer iemand 45
2.7 Integriteit en (niet-)integer gedrag 46
2.8 Integriteit, afhankelijkheid en macht 46
2.9 Professionele integriteit en morele integriteit 47
2.10 Bestrijding van niet-integer gedrag en bevordering van integriteit 50
5
3 Integriteit als deugd 55
P. van Tongeren
3.1 Inleiding: wat is eigenlijk het probleem? 55
3.2 Wat is/wat betekent ‘integriteit’? 57
3.3 Deugden 60
3.4 Integriteit als deugd 63
3.5 Oefenen 66
4 Integriteit in historisch perspectief 69
M. Hoenderboom, T. Kerkhoff, R. Kroeze en P. Wagenaar
4.1 Inleiding 69
4.2 Van harmonie naar bureaucratie (1648-1747) 71
4.3 Bureaucratisering, politieke ideologie en staatsvorming
(1747-1848) 74
4.4 De invloed van moderne politiek op integer bestuur
(1848-1950) 79
4.5 Conclusie 83
Deel II Integriteit en publieke waarden 85
5 Waarden en integriteit 87
Z. van der Wal
5.1 Inleiding 87
5.2 De toegenomen aandacht voor waarden in wetenschap,
politiek en samenleving 88
5.3 Wat zijn waarden en wat is hun betekenis? 89
5.4 Waarden in het openbaar bestuur: literatuur, gedragscodes
en onderzoek 91
5.5 Welke waarden zijn het meest van belang in openbaar
bestuur en bedrijfsleven? 95
5.6 Wanneer zijn waarden in welke mate van belang? 97
5.7 Belangrijke waarden in organisaties op het snijvlak
van publiek en privaat 99
5.8 Waarden en sectoren: traditionele verschillen, vermenging
of convergentie? 100
5.9 Integriteit en publieke waarden: enige afsluitende opmerkingen 101
6 Integriteit, rechtmatigheid en goed bestuur 103
G.H. Addink
6.1 Inleidende opmerkingen 103
6.1.1 Integriteit 103
6.1.2 Juridisering van integriteit 103
6
6.1.3 Integriteit van bestuurders en ambtenaren; drie tranches 104
6.1.4 Extern toezicht integriteit en goed bestuur 106
6.2 Uitwerking te behandelen vragen 107
6.2.1 Integriteit, ethiek en waarden 107
6.2.2 Objectivering van integriteit via beginselen 108
6.2.3 Beginselen van integriteit en van recht 109
6.2.4 Verruiming van integriteitscontexten 109
6.3 Uitleg begripsbepalingen 110
6.3.1 Begrippen integriteit, rechtmatigheid en goed bestuur 110
6.3.2 Integriteit en rechtmatigheid 111
6.3.3 Publieke waarden en beginselen 112
6.3.4 Beginselen van behoorlijk bestuur 113
6.3.5 Beginselen van goed bestuur 114
6.4 Integriteit en ontwikkelingen rechtstheorie 116
6.4.1 Verschillende stromingen in rechtstheorie 116
6.4.2 Recht als integriteit 117
6.5 Integriteit en rechtmatigheidsnormen 118
6.5.1 Rechtmatigheid en rechtsbegrip 118
6.5.2 Rechtmatigheid en rechtsnorm 119
6.5.3 Rechtmatigheid: een gebod of verbod 119
6.5.4 Rechtmatigheid en waarderingsnormen 120
6.6 Integriteit en toepassing via goed bestuur 120
6.6.1 Verhouding tussen integriteit en goed bestuur 120
6.6.2 Toepassing van integriteit en beginselen van goed bestuur
op drie niveaus 121
6.6.3 Toepassing van integriteit en de beginselen als fundamentele
normen 122
6.6.4 Toepassing van integriteit en de beginselen als beleidsnormen 122
6.6.5 Toepassing van integriteit en de beginselen als toetsingsnormen 123
6.7 Conclusies 124
7 Integriteit, mensenrechten en politie 127
P. van Reenen
7.1 Inleiding 127
7.2 Het bredere perspectief 128
7.3 Integriteit 130
7.3.1 Waarden en zelfsturing 130
7.3.2 Integriteitsbeleid 132
7.4 Mensenrechten 135
7.4.1 Van integriteit naar mensenrechten 135
7.4.2 Nationaal recht 136
7.4.3 De verdragen en hun relevantie 137
7
7.4.4 De praktische gevolgen van verdragen toegespitst op het
Europese verdrag 138
7.4.5 De Convention for the Prevention of Torture,
ook heel praktisch 141
7.5 Brede benaderingen: mainstreaming 142
7.5.1 Een systematische benadering 142
7.5.2 Total quality 143
7.5.3 Mainstreaming 144
7.6 Afsluiting 145
Deel III Integriteitsproblematiek 147
8 Integriteitsschendingen 149
L.W.J.C. Huberts, J.H.J. van den Heuvel en Z. van der Wal
8.1 Inleiding 149
8.2 Begrippenkader 150
8.3 Onderzoek naar schendingen en corruptie 151
8.4 Onderzoeken naar corruptie en fraude in 2010 154
8.5 Onderzoek naar integriteitsschendingen 161
8.6 Conclusies over wat er misgaat 165
9 Corruptie in de polder: Nederland ontwaakt 169
H. Nelen
9.1 Inleiding 169
9.2 Begripsbepaling 170
9.3 Wisselende connotaties 172
9.4 Omvang en aard van corruptie 174
9.5 Ernst 177
9.6 Organisatiekenmerken 178
9.7 Cultuur 180
9.8 Versterking van responsiviteit 182
9.9 Preventie en bestrijding van corruptie 184
9.10 Tot slot 185
10 Misstanden melden 187
G. de Graaf
10.1 Inleiding 187
10.2 Melden in context 188
10.2.1 Culturele context 188
10.2.2 Begrip(sverwarring) 189
8
10.2.3 Kanttekeningen bij bestaand onderzoek 191
10.2.4 Toch enkele conclusies 194
10.3 Klokkenluiden van binnen naar buiten en van buiten naar
binnen 196
10.3.1 Meldingen door Nederlands overheidspersoneel 196
10.3.2 Burgermeldingen 201
10.3.3 Melden in het Nederlandse bedrijfsleven 208
10.4 Aanbevelingen aangaande melden en veiligheid in Nederland 210
10.4.1 Klokkenluidersbeleid voor de publieke sector 210
10.4.2 Klokkenluiden in de private sector 212
10.4.3 Melden door burgers 214
10.4.4 Cruciaal: (organisatie)cultuur 214
10.4.5 Nieuwe onafhankelijke organisatie 215
Deel IV Integriteitsbeleid 217
11 Integriteitssystemen en hun werking 219
W. Slingerland, F. Six en L. Huberts
11.1 Inleiding 219
11.2 Van schendingen naar beleid en systeem 219
11.3 Benaderingen van integriteitssystemen 221
11.4 Nationale integriteitssystemen 225
11.5 Nederlandse Nationaal Integriteitssysteem 2012 227
11.6 Naar betere theorie over effectieve integriteitssystemen 233
11.6.1 Intern niveau 235
11.6.2 Extern niveau 236
11.6.3 Voorwaarden voor hervorming 237
11.7 Voorwaarden voor een effectief integriteitssysteem 237
12 Integriteitsmanagement en -organisatie: het borgen van goede
bedoelingen 239
A. Hoekstra
12.1 Inleiding 239
12.2 Integriteit op micro-, meso- en macroniveau 241
12.3 Het managen en organiseren van integriteit: theoretische
perspectieven 243
12.3.1 Visies op de beïnvloedbaarheid van integriteit: appel versus
mand 243
12.3.2 Visies op integriteitsmanagement: compliance versus integrity 244
12.3.3 Visies op institutionalisering: formeel versus informeel 245
9
12.4 Het managen en organiseren van integriteit: een praktijkmodel 251
12.5 De organisatie van de integriteitsfunctie: problemen,
praktijkervaringen en randvoorwaarden 253
12.5.1 Vier problemen die vragen om een beter georchestreerd
integriteitsbeleid 254
12.5.2 De organisatie van integriteitsfunctie in de praktijk 255
12.5.3 Randvoorwaarden voor het organiseren van integriteit 259
12.6 Samenvatting en conclusie 261
13 Leiderschap en integriteit 265
L. Heres
13.1 Inleiding 265
13.2 De drie pijlers van ethisch leiderschap 266
13.3 De morele persoon 267
13.4 De relatie tussen de leider en diens volgelingen 268
13.5 Het moreel management 269
13.5.1 Ethisch voorbeeldgedrag 269
13.5.2 Disciplinering 272
13.5.3 Communicatie over ethiek en integriteit 274
13.6 De invloed van ethisch leiderschap in organisaties 276
13.7 Toekomstig onderzoek naar ethisch leiderschap 277
13.8 Conclusies 280
14 Corruptie en strafrecht 283
E. Sikkema
14.1 Inleiding 283
14.2 Wettelijk kader 284
14.2.1 De wettelijke omkopingsvarianten 284
14.2.2 De Wet herziening corruptiewetgeving (2001) 285
14.2.3 De wetswijziging van 2010 286
14.2.4 Het conceptwetsvoorstel Verruiming mogelijkheden bestrijding
financieel-economische criminaliteit 287
14.3 Corruptie als ambtsmisdrijf 288
14.4 De strafbaarstelling van passieve ambtelijke omkoping
(art. 362 en 363 Sr) 290
14.4.1 Het begrip ‘ambtenaar’ 291
14.4.2 Opzet en schuld 293
14.4.3 De delictsgedragingen: aannemen of vragen 295
14.4.4 De omkopingsmiddelen: gift, belofte of dienst 295
14.4.5 Het verband met een tegenprestatie 296
14.4.6 In strijd met zijn plicht 297
14.4.7 In zijn bediening 299
10
14.4.8 Iets te doen of na te laten 299
14.4.9 Omkoping ‘achteraf’ (lid 1, 2° en 4°) 300
14.5 Analyse en conclusie 301
15 Wegnemen van verleidingen: Een onderzoek naar de doorwerking
van risicoanalyses in de gemeente Amsterdam 305
J. van der Veer
15.1 Inleiding 305
15.1.1 Risicoanalyses als onderdeel van preventief integriteitsbeleid 305
15.1.2 Vragen over risicoanalyses 307
15.2 Risicoanalyses integriteit: een terreinverkenning 308
15.2.1 Risico’s en de analyse daarvan 308
15.2.2 Overheidsorganisaties en integriteitsrisico’s 309
15.2.3 Risicoanalyses als onderdeel van risicomanagement 312
15.2.4 Risicoanalyses door het Bureau Integriteit van de gemeente
Amsterdam 313
15.3 Risicoanalyses en hun doorwerking 315
15.3.1 Doorwerking in vier stappen 315
15.3.2 Het onderzoek 318
15.3.3 De resultaten 319
15.4 Bespiegelingen voor praktijk en wetenschap 321
15.4.1 Suggesties om de doorwerking van risicoanalyses te vergroten 321
15.4.2 Suggesties om de kennis over risicoanalyses te vergroten 322
16 Integriteitstrainingen 325
J. Maesschalck
16.1 Waarom integriteitstrainingen? 325
16.1.1 Wetenschappelijke ondersteuning? 325
16.1.2 Praktische argumentatie 326
16.2 Doel van integriteitstrainingen 329
16.3 Organisatie van integriteitstrainingen 332
16.3.1 De trainer 332
16.3.2 Het doelpubliek 335
16.4 De inhoud en didactische aanpak van integriteitstrainingen 337
16.4.1 Inhoudelijke accenten 338
16.4.2 Didactische accenten 341
16.4.3 Een concrete training als een combinatie van inhoudelijke
en didactische accenten 344
11
Deel V Integriteit sectoraal en internationaal 347
17 Integriteit in de praktijk van het lokaal bestuur 349
E. Kolthoff
17.1 Inleiding 349
17.2 Het wettelijk kader 349
17.2.1 Openbaarmaking nevenfuncties 350
17.2.2 Onverenigbare functies 351
17.2.3 Verboden handelingen voor raadsleden 351
17.2.4 Besluiten over aangelegenheden met een persoonlijk belang 353
17.2.5 De verschillen tussen de bepalingen 28 Gemeentewet
en 2:4 Awb 356
17.2.6 De gedragscode 357
17.2.7 Geheimhouding 358
17.3 Beleid 359
17.4 De aard en omvang van integriteitsschendingen in het lokaal
bestuur 364
17.5 De praktijk 365
17.6 Ten slotte 368
18 Overtredende overheden 371
S.M. Berndsen en A.J.G.M. van Montfort
18.1 Inleiding 371
18.2 Theoretisch kader: begripsbepaling en verklarende factoren 374
18.3 Onderzoek naar overtredende overheden 377
18.4 Strafrechtelijke gegevens over aard en omvang van
overheidsovertredingen 378
18.5 Inspectiegegevens over aard en omvang van het verschijnsel 380
18.6 Onderzoek bij gemeenten en provincies 381
18.7 De situatie in Groot-Brittannië 382
18.8 Gerechtelijke uitspraken en uitspraken van de Nationale
ombudsman 383
18.9 Verklaringen voor regelovertredend gedrag 386
18.10 Conclusies 387
19 Integriteit in de politieorganisatie 391
M.H.M. van Tankeren
19.1 Inleiding 391
19.2 Politiële integriteit 393
19.2.1 Integriteitsdilemma’s 394
12
19.3 Ontwikkeling integriteitsdenken 395
19.3.1 Wie fout is vliegt eruit 395
19.3.2 Noble cause corruption (ofwel boeven vang je met boeven) 396
19.3.3 Ethisch leiderschap 396
19.3.4 Integriteitsrisico’s 397
19.3.5 Integriteit als professionaliteit 397
19.3.6 Fairness en ontwikkelen van moresprudentie 399
19.3.7 Ethiek van veiligheid (ofwel boeven vang je met burgers) 400
19.4 Goed, fout en grijs gebied 402
19.4.1 Goed 403
19.4.2 Integriteitsschendingen 404
19.5 Integriteitsbeleid 409
19.5.1 Gedragscode 411
19.5.2 Cursussen of trainingen 412
19.6 Integriteitsbeleid Nationale politie in ontwikkeling 413
19.6.1 Organisatie integriteitsbeleid 414
19.6.2 Inhoud integriteitsbeleid 414
19.6.3 Conclusies en kanttekeningen 415
20 Integriteit en publieke waarden in publiek-private context 417
A. Reynaers
20.1 Inleiding 417
20.2 Integriteit in publiek-private context 418
20.2.1 Integriteit als concept 418
20.2.2 Beelden over integriteit in publiek-private context 419
20.3 Publieke waarden in publiek-private context 421
20.3.1 Publieke waarden als concept 421
20.3.2 Beelden over publieke waarden in publiek-private context 422
20.4 Implicaties voor publiek management 425
20.5 Conclusie 426
21 Integriteit en internationale veiligheid 427
M. den Boer
21.1 Inleiding 427
21.2 Internationale veiligheidstrends en gevolgen voor integriteit 429
21.3 Integriteit en preventieve veiligheid 436
21.4 Integriteit, informatie-uitwisseling en technologische surveillance 438
21.5 Integriteit en veiligheid in internationale programma’s 440
21.6 Epiloog: ethiek, integriteit en internationale veiligheid 442
13
22 Integriteit in perspectief 445
J.H.J. van den Heuvel
22.1 Onkreukbaar 445
22.2 Beginselen 446
22.3 Behoorlijk bestuur 448
22.4 Morele gedragscode 449
22.5 Actieve informatievoorziening 449
22.6 Integriteitsschendingen 450
22.7 Corruptie en fraude 450
22.8 Giften en beloften 453
22.9 Belangenverstrengeling 453
22.10 Machtsbederf 455
22.11 Zorgplicht 457
22.12 Besluit 459
23 Integriteit en integriteitsbeleid in de toekomst 461
E.R. Muller
23.1 Cruciaal is de definitie van integriteit te expliciteren 462
23.2 De achterliggende waarden van integriteitsbescherming
benoemen 462
23.3 Integriteit als kernwaarde voor publieke en private organisaties 463
23.4 Focus sterk op publieke organisaties 464
23.5 Waarde en risico van regels, checklists en managementsystemen465
23.6 Eigen verantwoordelijkheid en publieke verantwoordelijkheid
integriteit en integriteitsbeleid 466
23.7 Belang en positie in organisaties doorslaggevend 467
23.8 Risicomanagement integriteit behulpzaam voor organisaties 468
23.9 Leren van integriteitsschendingen 469
23.10 Wetenschap over integriteit en integriteitsbeleid kan verder
worden verbreed 470
23.11 Afsluiting 471
Literatuur 473
De auteurs 547
Trefwoordenregister 551
Serie Handboeken Veiligheid 565
14
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan